Tips om goede recreatielessen turnen te geven zonder assistent

Over het algemeen zijn recreatielessen, lessen waar veel turners en turnsters bij elkaar zitten. Het zijn, in mijn ervaring, ook vaak lessen waar weinig (goede) assistenten voor beschikbaar zijn. In de loop der jaren heb ik heel wat geprobeerd om in mijn recreatielessen ook resultaat te krijgen en daarom in deze blog wat tips uit eigen ervaring.

Vooraf

Toen ik begon met lesgeven hield ik vooral de stijl aan van lesgeven die ikzelf gewend was. Ik heb altijd het geluk gehad om in recreatielessen te hebben geturnd waar genoeg assistenten aanwezig waren. Er werden altijd 3 toestellen opgezet (sprong en balk wisselde elkaar af) en we kregen dan opdrachtjes per toestel. Zo startte ik dus ook. De turnsters stonden daardoor soms lang stil en heel veel meer dan de vaste onderdeeltjes per toestel deden we niet.

Cursus

Toen ik de niveau 3 cursus van de KNGU ging doen werd mij een andere visie aangeboden. Het heeft me even gekost om daar de voordelen van te zien want het voelde voor mij alsof de turners en turnsters te weinig tijd kregen op toestellen of te weinig tijd kregen voor een bepaald element. De radslag zou zo bijvoorbeeld maar één keer in de zo veel tijd aandacht krijgen.

Toch begon ik tijdens, en vooral na, de cursus/opleiding veel voordelen te zien van de werkwijze om je les in te richten met 2 kernen in plaats van rondom 3 toestellen (zoals ik gewend was). Zeker als je alleen voor de groep staat en toch iets van resultaat wil boeken.

Deelbewegingen

Als je werkt met twee kernen, dan moet je voor die kernen wel heel wat verschillende oefeningetjes hebben om al je turnsters aan de gang te krijgen. Gelukkig is dat ook makkelijk te doen. Er zijn genoeg oefeningen te vinden en dat maakt het ook leuk voor turn(st)ers want ze hoeven niet steeds hetzelfde te doen maar zijn toch bezig met hetzelfde doel! Zo maken ze misschien maar bij één stationnetje de handstand, maar werken ze bij de andere stationnetjes net zo hard aan het vinden van de goede lijnen.

Veel van de oefeningetjes zijn daarnaast gemakkelijk door turnsters zelf uit te voeren. Ideaal dus als je weinig assistenten hebt! Ook kun je veel turnsters tegelijk aan het werk zetten omdat er genoeg oefeningetjes zijn die weinig tot geen materiaal nodig hebben. Hierdoor vervelen ze zich een heel stuk minder snel!

Door de oefeningen klein af te bakenen en steeds na een paar minuten van oefening te wisselen hoef je ook niet steeds nieuwe opdrachten te geven. Probeer ook vooral oefeningen klaar te hebben staan die ze alleen kunnen doen zodat je zelf kunt rondlopen en aanwijzingen kunt geven.

Oefeningen op papier (of met een filmpje)

Ik heb ook een tijdje gewerkt met groepjes op niveau binnen een les en elk groepje kreeg zijn eigen oefeningen mee op papier. Als je bijvoorbeeld rechtstandige sprongen wilt gaan doen en ze wat variatie wil aanbieden, kan het handig zijn dat ze niet steeds hoeven wachten op nieuwe instructies. Met een lijstje kunnen ze zelf aan de gang en voor de jongere meiden kun je er ook een plaatje bij doen.

Een nadeel kan wel zijn dat ze heel snel door de oefeningen heen gaan en dan dus niet echt bezig zijn met beter worden. Het is dus wel belangrijk om de focus ergens op te leggen waar ze allemaal op kunnen letten en waar jezelf ook nog een paar keer naar komt kijken. Bij rechtstandige sprongen kan dat dan bijvoorbeeld de landing of de hoogte van de sprong zijn.

Elkaar helpen tijdens recreatielessen

Als je geen assistenten hebt, dan kun je de turners en turnsters elkaar ook laten helpen. Met een duidelijke focus voor die les kun je ze stimuleren elkaar te helpen en corrigeren. Wie weet vallen je op deze manier ook potentiële assistenten op!

Het fijnste is natuurlijk als je wel hulp hebt! Vooral als je met wat oudere meiden net dat stapje extra wil gaan doen. Toch is er op deze manier best veel mogelijk naar mijn mening. Heb je hulp nodig bij ideeën over deeloefeningen? Kijk dan eens verder bij de video’s van Beter Turnen!

Inspiratie video`s turnoefeningen