Blessures binnen het turnen, de meest voorkomende
Blessures komen veel voor bij turnen. Volgens veiligheid NL (2017) staat turnen zelfs in de top tien van meest blessuregevoelige sporten. In de literatuur is vooral onderzoek gedaan naar turnblessures bij hogere niveaus.
Volgens onderzoek zijn de top vijf meest voorkomende blessures. Enkel- en voet, knie, elleboog en onderarm en pols- en handblessures. Een ander onderzoek wijst uit dat rugblessures ook veel voorkomend zijn. De meeste blessures ontstaan echter door contactmomenten zoals landingen. De situatie waarin de meeste blessures ontstaan is tijdens wedstrijden. Bij wedstrijden gaan veel turn(st)ers over hun grenzen heen. Ook wanneer ze al blessures hebben. Daarnaast hebben turn(st)ers te maken met wedstrijdspanning en kunnen ze meer stress ervaren. Wat ervoor kan zorgen dat ze meer fouten maken. En daardoor mogelijk meer acute blessures kunnen krijgen.
Meerdere studies wijzen uit dat mannen over het algemeen meer blessures aan de bovenste extremiteit hebben. En vrouwen meer aan de onderste extremiteit ondervinden. Dit kan te verklaren zijn aan het type toestellen dat mannen en vrouwen turnen. Mannen gebruiken de ringen, brug gelijk en rekstok waarbij ze veel de armen moeten gebruiken. Vrouwen gebruiken de armen voornamelijk bij brug ongelijk. Bij balk, sprong en vloer worden de benen het meest belast. Wat kan verklaren dat daar ook de meeste blessures optreden.
Met alle landingen bij o.a. acrobatische series moeten de benen en voeten alle klappen opvangen. Deze worden hiermee zwaar belast.
Het toestel vloer wordt geassocieerd met het grootst aantal blessures voor zowel mannen als vrouwen.
Enkel- en voet
Enkel- en voetblessures komen verreweg het meest voor. Meestal gaat het om acute blessures na een landing- of val. Veelal zijn de enkelbanden aan de buitenzijde aangedaan. Deze scheuren of overrekken na een beweging waarbij de enkel naar binnen klapt, bijvoorbeeld bij een landing. Ook de achillespees is vaak aangedaan. Deze kan geïrriteerd raken bij overbelasting of zelfs scheuren.
Knie
Bij knieblessures gaat het vaak om interne beschadiging van de kniestructuren. Zoals de ligamenten, banden, meniscus of kraakbeen die beschadigen of scheuren. Ook dit gebeurt vaak bij contactmomenten zoals een landing.
Rug
Rugblessures zijn vaak te wijden aan overbelasting. Turn(st)ers zijn vaak hypermobiel en voeren frequent uiterste bewegingsranges uit. Zoals een boogje, waardoor er piekbelasting op bepaalde rugsegmenten, spieren en ligamenten aankomt. Daardoor leidt dit vaak tot zeurende pijnklachten, met name in de onderrug.
Elleboog
Bij de jongere gymnaste is OCD (osteochondritis dissecans) een veel voorkomende elleboogblessure. Hierbij is het kraakbeen en bot geïrriteerd door herhaalde belasting hiervan. Bij het turnen wordt de elleboog veelal in de eindstrekking belast met volledig lichaamsgewicht, of zelfs meer. Bovendien leidt dit tot irritatie van het kraakbeen en bot.
Instabiliteit van de elleboog komt bij sporten zoals turnen ook frequent voor. Bij onvoldoende ondersteuning van het gewricht door kapsels, banden en ligamenten kunnen er (sub)luxaties plaatsvinden.
Pols blessures
De meest voorkomende polsklacht is pijn aan de bovenzijde van de pols, met name bij steunmomenten. Je kunt je voorstellen dat het polsgewricht een behoorlijke kracht moet kunnen verdragen in uiterste standen. Vooral bij het steunen. Zoals bijvoorbeeld bij de flikflak. Hier kan wel tweemaal je lichaamsgewicht op de polsen terecht komen.
Onderzoeken
Tot slot zijn veel onderzoeken vooral gericht op de populatie van topturn(st)ers of de subtop. Welke blessures het meest voorkomen is ook afhankelijk van leeftijd en trainingsniveau. Over het algemeen is turnen een blessuregevoelige sport. En dient er preventief op blessures te worden ingespeeld. Bijvoorbeeld om de kans op blessures laag te houden dienen alle CLUKS-onderdelen in de training terug te komen. CLUKS staat voor: coördinatie, lenigheid, kracht en snelheid. Om het lichaam zo optimaal mogelijk bloot te stellen aan de belasting van de turnsport. Pak aparte momenten in de training om hieraan te werken. Je kunt daar bijvoorbeeld kracht, conditie en lenigheidsblokjes voor gebruiken.
Kun je meer oefeningen ter preventie van blessures gebruiken? Bekijk dan het Beter Turnen Platform.