Hoe leer je de kip aan in de turnles? Lees het in deze blog!
Binnen het turnen zijn er een hoop turn(st)ers die graag de kip willen kunnen. Het is een belangrijk element, dat vaak meerdere keren in een oefening uitgevoerd wordt. Helaas is de kip voor veel turn(st)ers een onwijs lastige beweging. Toch is het goed trainbaar en is de kip zeer geschikt om methodisch in kleine stapjes op te bouwen. In onderstaande blog geven wij jou tips voor het aanleren van dit lastige element. Zodat je straks in je eigen lessen met veel eenvoudige stapjes de kip kunt voorbereiden.
Fasen van de kip
Binnen de kip hebben we 4 fasen:
- De aanzweeffase
- De strekfase
- De vouwfase
- De duwfase (het sluiten van de arm-romp hoek)
Het oefenen van de kip
Soms wordt er tegen turn(st)ers gezegd dat je de kip heel vaak moet oefenen voordat je dit element beheerst. Aan de ene kant klopt dit, aan de andere kant is het voor turn(st)ers erg demotiverend om het steeds te proberen en dan weer niet te halen. De turn(st)er ervaart dan weinig succes beleving met het trainen van dit onderdeel.
Bij de meeste turnsters zijn er één of twee fasen in de beweging die niet kloppen en/of zijn de fysieke voorwaarden van de turnster onvoldoende getraind. Bij het trainen en leren van dit element is het dus belangrijk om te achterhalen wat het probleem is dat beweging niet lukt. Analyseer eerst de beweging van de turnsters en bedenk aan welke stappen je moet gaan werken.
Meest voorkomende fouten
Dit zijn de meest voorkomende oorzaken waarom de turner de kip (nog) niet beheerst.
Fase 1:
- De techniek van de aanzweeffase klopt niet. Er bestaan verschillende technieken om de kip in te zetten. De inzet is ook afhankelijk van het toestel waarop het element uitgevoerd wordt en vanuit welk turnelement het geturnd wordt. Bij het dames turnen kiezen we er op brug ongelijk meestal voor om op de lage legger de voeten vlak langs de grond te laten gaan zodat vervolgens de vouwfase ingezet kan worden. Turn(st)ers die de voeten te hoog optillen bij de aanzweeffase zullen vaak meer moeite hebben om vervolgens de vouwfase in te zetten. Bij de hoge legger kiezen we er meestal voor om een “normale” zwaai te maken en daarbij het liefst de hangfase iets uit te stellen (tot een overstrekte houding). Voor veel turnsters is het dan veel makkelijker om een kip in te zetten. Dit is ook zeker een aanrader voor turnster die moeite hebben met de kip na een wippertje. Turnsters hebben dan vaak weinig vaart na het wippertje. Met deze techniek heb je weinig vaart nodig om de kip in te kunnen zetten.
- De houding klopt niet: zowel op de hoge als lage legger moet een turnster in de achterzwaai een bolle houding hebben. Sommige turnsters zetten de achterzwaai (met name bij het opspringen op de lage legger) hol in waardoor de turnster te vroeg gaat hangen en er een “storing” in de beweging ontstaat.
- Fysieke voorwaarden (lage legger): De buikspieren/core van turnsters moeten sterk genoeg zijn om de benen boven de grond te kunnen houden. Als een turnster hier moeite mee heeft is het verstandig om de fysieke voorwaarden te verbeteren.
Hieronder laten we je enkele oefeningen zien waarmee de aanzweef fase van de kip kan worden getraind.
Fase 2:
In de tweede fase van de kip komt het dikwijls voor dat er geen strekbeweging (lage legger)plaatsvindt: de visie op de techniek van de kip kan bij trainers verschillen. Sommige kiezen voor een “schepbeweging” en andere kiezen voor een “strekbeweging”. Het voordeel van de strekbeweging kan zijn dat je de stok eerst mee trekt. Hieronder laten we je methodische oefeningen zien om deze strekbeweging te trainen.
Fase 3:
De houding klopt niet: een veel voorkomende fout is dat turnsters de vouwhouding verkeerd uitvoeren. Het liefst wil je dat de legger bij de enkels/scheenbenen komt en niet bij de knieën. Wanneer de legger bij de enkels/scheenbenen komt kan de turnsters en grote draaicirkel maken. Een grote draaicirkel betekent vaak meer snelheid wat vervolgens omgezet kan worden in kracht voor het sluiten van de arm-romphoek. Met deze oefeningen zorg je dat de vouwfase op een goede manier wordt uitgevoerd:
Fase 4:
- De houding klopt niet: soms hebben turnsters de neiging om het hoofd in de nek te doen bij het sluiten van de arm-romphoek. Echter is een turnster veel sterker met het sluiten van de arm-romphoek wanneer ze de kin op haar borst heeft.
- Fysieke voorwaarden: de turnster moet genoeg snelkracht hebben om de arm-romphoek actief te kunnen sluiten.
In onderstaand filmpje zie je dat de turnster haar hoofd in de nek heeft bij fase 4.
Met deze oefening train je de laaste fase; de sluitfase.
Hoe leer je de kip aan?
- Zorg dat er veel oefenstationnetjes beschikbaar zijn
- Oefen 1 fase van de kip per stationnetje
- Kom er achter met welke fase jouw turn(st)er nog moeite heeft
- Maak meerdere herhalingen binnen korte tijd voor een optimaal leerrendement
- Zorg voor succesbeleving bij de sporter
Het totaalplaatje van de kip
Zo zie je dat er best veel punten zijn die moeten kloppen om een goede kip uit te kunnen voeren. De deel-deel-totaal methode kan goed helpen bij het trainen van dit lastige element. Eerst één of een aantal van de fasen trainen/verbeteren om ze vervolgens toe te passen in de gehele beweging.
Tot slot geven we je nog enkele voorbeelden voor het methodisch oefenen van de gehele kipbeweging:
Tot slot
We hopen dat we je met deze blog wat handvatten hebben meegegeven voor het aanleren van de kip in jouw trainingen. Mocht je op zoek zijn naar nóg meer inspiratie voor de kip, of wellicht wel voor een ander turnelement?
Bekijk dan onze kip checklist met meer dan 50 oefeningen om de kip te trainen. Of breng eens een bezoek aan ons platform, waar wij rond de 3000 methodische turnvideo’s hebben staan!