Bij een turnwedstrijd beoordelen de juryleden de oefeningen van een turner of turnster op de verschillende evenementen. De turnster moet in haar wedstrijdoefening aan bepaalde eisen voldoen, afhankelijk van haar wedstrijdniveau. De juryleden beoordelen de aanwezigheid en de technische prestaties van die vereisten om een score te berekenen. Hogere scores weerspiegelen betere prestaties. Dit is dan ook waar de spelregels voor het turnen van belang zijn. Benieuwd wat deze spelregels bij een turnwedstrijd precies zijn? Lees dan snel verder, we laten het je vandaag allemaal zien!
Moeilijkheidsvereisten van de oefeningen
Op de optionele niveaus voeren de turnsters de vaardigheden uit die ze verkiezen in de volgorde die ze kiezen, maar ze moeten wel voldoen aan de minimale moeilijkheidsgraad voor dat niveau. Voor de veiligheid zijn er op de meeste niveaus ook grenzen aan de moeilijkheidsgraad van de vaardigheden die een turnster kan beoefenen. Elke vaardigheid heeft een moeilijkheidsgraad van “A” tot en met “E”, gekoppeld aan een specifieke puntwaarde. De “A”-vaardigheden, bijvoorbeeld een radslag, zijn het gemakkelijkst, en de “super E”-vaardigheden zijn het moeilijkst. Dit maakt de spelregels voor het turnen eigenlijk niet zo heel erg moeilijk.
De scores voor het turnen op een turnwedstrijd
Fouten tijdens een oefening kosten de turnsters tienden van hun startscore. De totaalscore op ieder toestel bestaat uit de D-score en de E-score. De D-score zegt iets over de moeilijkheidsgraad van de oefening. Hoe moeilijker de elementen, hoe hoger de D-score. Ook verbindingen van bepaalde elementen leveren extra D-Score op. De E-score staat voorafgaand aan een oefening altijd op 10 punten. Alle balansverstoringen, kromme tenen, vallen en kleine foutjes in de oefening kosten punten, en worden in mindering gebracht op de E-score. Wat overblijft van de E-score plus de D-score resulteert in het eindcijfer op het betreffende toestel. Aan het einde van de turnwedstrijden worden de eindscores van alle toestellen bij elkaar opgeteld, en vormen een totaalscore.
Op alle niveaus hebben de evenwichtsbalk en de vloer een tijdslimiet. Overschrijding van de tijdslimiet leidt tot een aftrek. Na een val heeft een turnster 30 seconden de tijd om de oefening voort te zetten. Technische fouten zoals gebogen knieën of een slechte lichaamshouding krijgen een aftrek van 0,1 tot 0,2. Stappen uit een landing krijgen een aftrek van 0,1 tot 0,3. Een val van een toestel kost de turnster een heel punt. Turnsters die een bonusvaardigheid slecht uitvoeren, krijgen de bonuspunten voor die vaardigheid niet en krijgen de technische aftrekposten van hun score.
Extra spelregels voor het turnen
De extra spelregels op een turnwedstrijd zijn eigenlijk een beetje de ongeschreven regels van de sport. Alvorens met de routine te beginnen, moet de turnster wachten op het startsein van de jury en de jury begroeten door beide armen uit te strekken. De turnster groet de juryleden opnieuw aan het einde van de oefening om te laten zien dat ze klaar is en dat het jureren kan stoppen. Wordt dit niet gedaan dan kan de turnster dus strafpunten krijgen.
Oefenstof
De oefenstof van de diverse niveau’s is te vinden op de website van de KNGU. Vele methodische filmpjes, trainingsprogramma’s, contact met andere trainers en bijscholingen vind je op het platform van Beter Turnen. Wat vind jij van de huidige oefenstof, en de regels die worden gehandhaafd op turnwedstrijden? Laat het weten in de reacties!
Petra van den Hove-Verkamman
op 19 Jul 2020Paul Verheul
op 24 Jul 2020Iris
op 19 Jul 2020Paul Verheul
op 24 Jul 2020nienke van cauwenberghe
op 18 Apr 2022Elise lot de Lange
op 07 Aug 2022