Doelen stellen in de sport; hoe pas je het toe in een turntraining?
Iedereen heeft wel eens doelen opgesteld. Doelen stellen komt in heel veel verschillende situaties terug; tijdens je studie, op je werk, tijdens het maken van je trainingen. Doelen kunnen klein, maar ook erg groot zijn (misschien gaan ze dan al wel richting dromen of ambities).
Doelen geven jouzelf en je turn(st)ers richting en houvast. Ze zijn voornamelijk gericht op belangrijke aspecten van de taak die je moet gaan uitvoeren en kunnen bijdragen aan een beter resultaat. Ook kunnen doelen bijdragen aan het zelfvertrouwen van de turn(st)er, de zelfregulatie en de motivatie.
Soorten doelen
Er zijn verschillende soorten doelen op te stellen. Een eerste tweedeling die er gemaakt kan worden gaat over de tijdsindicatie van het doel. Er zijn namelijk korte termijn doelen en lange termijn doelen. Hoe kort een korte termijn doel is, is aan jezelf om in te vullen. Datzelfde geldt voor een lange termijn doel. Binnen het turnen kan een korte termijn doel bijvoorbeeld gericht zijn op een week of een maand. Een lange termijn doel kan bijvoorbeeld gericht zijn op een seizoen of op de senioren leeftijd.
Naast de tijdsindicatie kan er een tweede onderscheid gemaakt worden:
- Een resultaat gericht doel; bijvoorbeeld het winnen van een turnwedstrijd (resultaat)
- Een prestatie gericht doel; bijvoorbeeld je oefening kunnen uit turnen zonder te vallen (eigen prestatie)
- Een proces gericht doel; bijvoorbeeld elementen uitvoeren met precies de juiste techniek (de uitvoering)
Een resultaatgericht doel is afhankelijk van anderen; of je de beste op een wedstrijd bent hangt af van de wedstrijdprestaties van de andere turn(st)ers. Het is daarom handiger om een prestatie- of procesgericht doel voor jezelf of je turn(st)ers te maken. Resultaatdoelen zijn vaak afhankelijk van je prestatiedoelen, je prestatiedoelen zijn daarop weer vaak afhankelijk van je proces doelen.
Reflecteren en evalueren
Het doel wat je stelt is vaak gebaseerd op kennis en ervaringen vanuit het verleden; wat kun je al? Wat kun je nog niet? Hoe snel leer je elementen aan? Waar liggen je sterke en zwakke punten? Hoe kun je hieruit een realistisch doel stellen?
Om na te gaan of je doel haalbaar is, is het verstandig en fijn je doel tussentijds (en naderhand) te evalueren. Zelfregulatie is hierbij een belangrijk begrip; kort samengevat is dit de betrokkenheid bij je eigen leerproces. In de literatuur komen we de volgende cyclus tegen die je kan helpen bij het opstellen en evalueren van je doelen:
Volgens de cyclus zijn er dus een aantal dingen belangrijk als het gaat om het stellen en evalueren van doelen:
- Je doel baseren op je sterke en zwakke punten, je moet hiervoor dus eerst aan zelfereflectie hebben gedaan. Op die manier kun je een realistisch doel creëren.
- Een planning maken; hoe wil je tot je doel komen? Pas daarna begin je met de uitvoering van je taken gericht op het doel.
- Monitoren; klopt je planning nog die je hebt gemaakt? Is het erg wanneer deze iets afwijkt of is het handig om je planning, of misschien zelfs je doel, aan te passen?
- Evalueren; hoe is het proces richting je doel gegaan? Heb je je doel (resultaat) behaald?
- Inzet; om je doel te bereiken is er inzet vanuit jezelf nodig. Hoe je beter in jezelf kunt gaan geloven? Dat leer je wellicht nog een beetje meer bij het thema ‘motivatie’!
Valkuilen en gevaren
Er kunnen ook valkuilen en gevaren zijn bij het stellen van doelen.
- Voorkom dat je té veel doelen stelt in té weinig tijd (hou het realistisch!)
- Voorkom dat je als train(st)er voor iedereen hetzelfde doel stelt; iedereen is anders, zeker binnen het turnen
- Zorg dat je doelen niet te algemeen zijn, maak ze specifiek
- Zorg dat je je anpast wanneer ze onrealistisch, te makkelijk of te moeilijk blijken (zie cyclus)
- Voorkom dat je alleen maar resultaatdoelen opstelt (omdat je hiermee dus vaak afhankelijk bent van anderen), vergeet de prestatie- en procesdoelen niet
- Voorkom dat er een verkeerde sfeer hangt in de zaal waar doelen stellen niet wordt geaccepteerd, communiceer open over doelen stellen en het proces hierin
Goal setting theorie
Een theorie over doelen stellen die veel in de sport wordt gebruikt is de ‘Goal setting theory’ van Edwin A. Locke. Volgens Locke helpen doelen mee aan het gevoel van voldoening en het gevoel dat je echt kunt groeien. Ze geven een gevoel van succes (succesbeveleving zien we straks nog terug bij het thema motivatie).
Volgens Locke gaat effectief doelen stellen uit van een aantal principes:
- Duidelijkheid; een doel moet voor jou of de turn(st)er specifiek en duidelijk zijn
- Uitdaging; een doel moet niet té makkelijk zijn omdat je daardoor wordt gedemotiveerd (uiteraard ook niet te moeilijk, dus houd het wederom realistisch)
- Inzet; jij of de turn(st)er moeten vertrouwen hebben in het gestelde doel om zo ook 100% inzet te kunnen geven en de motivatie om het doel te bereiken hoog te houden, go for it!
- Feedback; kijk af en toe eens waar jij of je turn(st)er staat ten opzichte van het doel en pas deze zo nodig aan
- Taak complexiteit; maak doelen niet té complex (maak eventueel subdoelen) en geef jezelf/ de turn(st)er voldoende tijd om het doel na te streven, fouten maken en stapjes terug maken mag!
Doelen stellen in de praktijk
Tot slot geven we je een aantal tips, waarmee jij hopelijk aan de slag kunt in je eigen trainingen.
- Licht je sporters voor over het stellen van doelen, waarom doelen stellen van belang is en hoe ze dit het beste kunnen doen
- Plan een moment in om doelen te stellen (of geef dit als huiswerk mee)
- Laat de turn(st)er een korte termijn doel maken; dit kan een weekdoel, maanddoel of jaardoel zijn
- Laat de turn(st)er een lange termijn doel maken; dit kan een jaardoel zijn of een doel die de turn(st)er wil hebben wanneer zij bijvoorbeeld de senior leeftijd bereikt
- Laat de turn(st)er onderscheid maken in resultaat, prestatie en procesgerichte doelen of geef zelf aan waar zij het doel op moeten richten
- Een optie is om iedereen een eigen schriftje te geven waarin de doelen worden geschreven (aan de hand van dit schriftje kun je vervolgens ook evalueren)
- Bedenk voor jezelf of je de doelen op een vast moment samen met de turn(st)ers wil bespreken of de doelen echt bij hen laat
- Ook op jonge leeftijd kun je starten met doelen, laat de jonge turn(st)ers bijvoorbeeld eens nadenken over wat ze zouden willen kunnen als ze ouder zijn (zo denken ze al bewust na over de toekomst, maar zijn ze nog niet heel specifiek bezig met het maken van doelen). Wie is hun grote voorbeeld? Wat kan hij/ zij al?
Meer handvatten nodig, of wil je eens sparren met andere trainers? Kijk dan eens op het platform van Beter Turnen!