Welke beweeg normen zijn er voor kleuters op motorisch gebied?
In mijn werk als Motorisch Remedial Teacher (MRT) kom ik veel in contact met kleuterleerkrachten en kleuterouders. Ik merk dat beiden het vaak erg lastig vinden om in te schatten wat een kleuter ongeveer zou moeten kunnen als het gaat om de motorische ontwikkeling. Wat precies de normen zijn, passend bij de leeftijd. De meeste leerkrachten en ouders vinden het belangrijk om de motoriek te (blijven) stimuleren, zeker wanneer er een achterstand dreigt te ontstaan, maar wat die achterstand dan precies is en wanneer hier op ingespeeld zou moeten worden, is vaak nog een grote vraag.
Eigen tempo
Het is überhaupt wat lastig om te spreken over een achterstand. Iedereen groeit op, maar doet dit toch een beetje op z’n eigen manier en vooral op z’n eigen tempo. De ene baby staat al wat sneller dan de andere, de ene peuter voelt zich al wat vrijer in het water dan de andere peuter en de ene kleuter kan al sneller fietsen dan de andere kleuter. Iedereen heeft zijn of haar eigen ‘specialiteiten’ (net zoals met andere schoolvaardigheden) en zal zich in het één sneller ontwikkelen dan in het ander.
De zwangerschap en de geboorte kunnen daarnaast ook invloed hebben op deze ontwikkelingssnelheid. Kinderen die te vroeg geboren zijn of met te weinig zuurstof kunnen bijvoorbeeld overal nét een beetje later mee zijn. Dat is natuurlijk helemaal niet erg als je weet dat het vanzelf nog wel gaat komen. Wat verder vooral erg van belang is binnen het bewegen, is het plezier en de vrijheid die er ervaren wordt. Wanneer er twijfels zijn over een mogelijke achterstand maar de kleuter ervaart ook tegenzin, angst, spanning of grote moeite bij het bewegen, kan dat de doorslag geven om toch eens deskundig advies te vragen.
Zoals in mijn vorige kleuterblog beschreven, hangt de motorische ontwikkeling vaak samen met andere ontwikkelingsprocessen, zoals de sociaal-emotionele ontwikkeling en het gedrag van kleuters/ kinderen. Los van of er wel of geen achterstand is ontstaan, is het stimuleren en het kennis hebben van de ontwikkeling van de kleuter sowieso van belang, ook voor de andere ontwikkelingsgebieden.
Beweeg normen
Om het motorisch niveau en de eventuele achterstanden van kleuters (en oudere kinderen) te bepalen zijn door middel van (wetenschappelijke) onderzoeken een aantal beweegnormen vastgesteld. Uiteraard is er bij normen altijd een grijs gebied en kan er van normen worden afgeweken, maar het is wel fijn een algemeen beeld te hebben van de ‘gemiddelde’ ontwikkeling van kleuters. De testen zelf dienen altijd te worden afgenomen door een deskundige, dus de genoemde normen in deze blog zijn alleen om een beeld te geven!
De eerste beweegnormen die worden besproken zijn van Wim van Gelder en Hans Stroes (website Alles in Beweging). Zij hebben de 4 Skills test (4ST) ontwikkeld. Deze test wordt veelal in het bewegingsonderwijs en in de MRT gebruikt om de motorische vaardigheid van kinderen te bepalen. In deze test zijn per leeftijdsjaar een aantal normen vastgesteld.
Tabel
Een deel van de normen die uit deze test komen zijn als volgt*:
Vaardigheid | 4 jaar oud | 5 jaar oud | 6 jaar oud |
Stilstaan vaardige been | 3 seconden stilstaan op één been | 6 seconden stilstaan op één been | 13 seconden stilstaan op één been |
Stilstaan minder vaardig been | Stapt over 20 centimeter | 3 seconden stilstaan op één been | 10 seconden stilstaan op één been |
Springen 1 – kracht – vaardigste been | Hinkelt 3x | Hinkelen 10x | Hinkelt 15x over een afstand van 9 meter (bijv. tussen 2 pionnen op 9 meter afstand) |
Springen 1 – kracht – minder vaardig been | Hinkelt 2x | Hinkelen 5x | Hinkelt 10x |
Springen 2 – coördinatie | Spreid-sluit sprongen 6x (spreid = 1, sluit = 1) | Spreid-sluit sprong 12x | Huppelt 16x (achter elkaar door) |
Stuiten | Houd een ballon 5x hoog | 5x een bal laten vallen – laten stuiten – en weer opvangen | Stuit 15x met alleen de voorkeurshand |
* De genoemde normen zijn de normen voor de kleuterleeftijden. De normen in de 4ST lopen van 2 tot aan 12 jaar oud.
Onderwijs-geschikte Motorische Test
- Een tweede test met een aantal beweegnormen is ook van Wim van Gelder, in samenwerking met van de Meer en van Meene (2005). Deze test is een uitgebreidere versie van de 4ST en wordt de Onderwijs-geschikte Motorisch Test (OMT) genoemd. Naast de normen uit de 4ST test zijn dit een aantal andere normen uit deze test:
Vaardigheid | 4 jaar oud | 5 jaar oud | 6 jaar oud |
Mikken** | mikken in de onderste 3 kastdelen, afstand 1.5 a 2 meter – 6 punten kunnen halen: 10x | 10 x mikken in de onderste 3 kastdelen, afstand 2 meter – 9 punten kunnen halen | mikken in de onderste 3 kastdelen, afstand 2 meter – 12 punten kunnen halen:10 x |
Vangen | 2 van de 3, door zichzelf opgegooide, ballen (ballonnen) vangen | Vangt 5 van de 6, naar de borst aangegooide, ballen (afstand = 3 meter) | 5 van de 6, naast het lichaam aangegooide, ballen (afstand = 3 meter) vangen |
Klimmen | Klimt tot de hoogste sport in schuine klimsituatie (speelzaal) | Tot hoogste sport in rechte klimsituatie (speelzaal) klimmen | Klimt tot hoogste sport (borsthoogte) in schuin klimraam (gymzaal) |
Koprol | Durft en kan een koprol maken | Kan en durft een rechte koprol maken | Durft en kan een koprol te maken op 20 cm hoogte (plank + dikke mat) |
Puntentelling
**De puntentelling bij het mikken:
In: door poort, in basket of kast = 3 punten
Op: rand basket/ kast of tegen de pilot = 1 punt
Mis: voorkant kast of net/ bord raken = 0 punten
Uit: helemaal uit de richting gooien = -1 punt
Er wordt in deze test naar nog veel meer gekeken dan alleen bovenstaande normen, bijvoorbeeld ook naar hóe een bal wordt aangevangen. Echter is er in deze blog voor gekozen om jullie een wat algemener beeld te geven met concrete vaardigheden die jullie in de (gym)les zouden kunnen zien.
Overige testen
Naast bovengenoemde testen is er ook het Athletic Skilss Beweegparcour (Hoeboer, Krijger, Savelsbergh en de Vries, ontwikkelt door De Haagse Hogeschool), inmiddels ook bekend als de MQ Scan (mqscan.nl). De normen voor deze scan zijn niet openbaar en moeten worden geanalyseerd, echter geeft het parcours voor kleuters wel een beetje een idee van wat ze ongeveer al zouden moeten kunnen:
- Het balanceren over een bank waarbij tot 3x toe de bank aangetikt moet worden met 1 hand (dit kan door een lintje op de desbetreffende aantikplek te leggen
- Voorwaarts gericht lopen door hoepels (in het parcours 4 hoepels)
- Lopen op handen en voeten voorwaarts (met de buik richting de vloer)
- Voorwaarts gericht slalommen (om 5 paaltjes)
- Over een kast klimmen (3 kastdelen + kastkop) en eindigen op een 5 cm matje
Naast de 4ST, de OMT en de MQ-scan zijn er nog een aantal andere motorische testen (met bijbehorende normen) die door met name fysiotherapeuten worden gebruikt.
Afwijken van normen
Wanneer er van 1 of meerdere normen wordt afgeweken (en er wordt minder plezier of zelfs spanning of angst ervaren) is het goed de kleuter in de gaten te houden. Hoe speelt hij of zij buiten? Hoe komt hij of zij mee in de gymles en welke groei maakt hij of zij hierin door? Wordt de spanning en angst erger? Hoe staat het met de ontwikkeling op andere gebieden? Wanneer er weinig vooruitgang in bovenstaande zit, is het goed om deskundig advies te vragen. Dit kan bij bijvoorbeeld een kinderfysiotherapeut of een MRT’er. Na het advies kan er eventueel gestart worden met een traject om de kleuter meer plezier en vaardigheden mee te geven binnen het bewegen. Dit geeft, zeker wanneer ze ouder worden, ook meer zelfvertrouwen aan het kind binnen beweegsituaties.
Meer informatie
Op de website van Alles in Beweging is nog véél meer informatie te vinden over het testen en bewegen (met kleuters). Meer informatie over de MQscan is te vinden op de website.