Misschien heb je al weleens van leertheorieën gehoord, misschien ook wel niet. Iedereen heeft echter, bewust of onbewust, te maken met deze leertheorieën. En zo ook binnen de turnsport. Het is onwijs interessant deze theorieën te kennen, maar wat voor mij altijd nog van groter belang is, is hoe we deze theorieën praktisch kunt toepassen. Want kennis is 1, maar het toepassen en het gebruiken bij je sporters of het zelf gebruiken is natuurlijk wat we willen.
Klassiek conditioneren
Het klinkt misschien wat moeilijk, maar de uitleg zal al veel ophelderen. Bij het klassiek conditioneren denken we al snel aan Pavlov, met zijn honden-experiment. Gaat er een lampje bij jullie branden? Pavlov ontdekte namelijk in zijn experiment dat een hond gaat kwijlen wanneer hij een stukje vlees krijgt. Dit gedrag is hem niet aangeleerd, de hond deed dit uit zichzelf (zullen wij misschien ook wel doen bij een stukje biefstuk). Pavlov liet vervolgens elke keer een zoemer afgaan wanneer de hond een stuk vlees kreeg. De hond wist, wanneer de zoemer af gaat krijg ik een stuk vlees, en dus kwijlde hij. Op een gegeven moment kwijlde de hond alleen bij het horen van de zoemer, ook al kreeg hij geen stuk vlees. Het kwijlen op de zoemer is nu een aangeleerde reactie van de hond, en een goed voorbeeld van de leertheorie klassiek conditioneren.
Klassiek conditioneren in de turntraining
Uiteraard ben ik even gaan nadenken over hoe we dit praktisch in de turnzaal (of momenteel thuis) kunnen uitwerken, want daar werken we natuurlijk niet met honden ;-). Wellicht kunnen we er wel ons eigen experiment van maken. Ik zou namelijk de krachttrainingen wel wat leuker willen maken voor de turn(st)ers. Als iedere turn(st)er nou zijn/ haar eigen ‘prikkel’ zou kunnen bepalen waar ze super gemotiveerd van raken. Bepaalde muziek, een foto van een sportheld/ voorbeeld, papa of mama die mee komt kijken of misschien zelfs mee komt doen…. (kan handig nu we thuis zitten!). En als we die prikkel nou eens combineren met het doen van krachttraining, zouden de turn(st)ers dan extra gemotiveerd raken? En als we de eigen prikkel dan na verloop van tijd weghalen, zou de motivatie dan blijven? Dan zouden we op deze manier de leertheorie klassiek conditioneren kunnen toepassen in het turnen.
Operant conditioneren
Een tweede vorm van conditioneren is het operant conditioneren, een theorie die vooral door Skinner is uitgewerkt. Niet alle gedrag wordt namelijk passief aangeleerd, zoals hierboven. Gedrag kan ook spontaan of actief worden aangeleerd. In de turnsport zien we dit vaak terug door middel van beloningen of bestraffing. Als een turn(st)er voor een specifieke houding of techniek vaak beloond wordt, zal hij/ zij deze techniek vaker uitvoeren. Er ontstaat bij de turn(st)er een koppeling tussen een stimulus en een respons.
Zo kunnen we ook bestraffen om bepaalde gedragingen af te leren. Echter, omdat bestraffen negatieve bijeffecten kan opleveren, kan er beter met beloningen worden gewerkt. In de literatuur wordt er ook gesproken over variabel belonen. Dit betekent dat je niet áltijd beloond of de stapjes telkens groter maakt voordat er beloond wordt. Variabel belonen houdt gedrag langer in stand en voorkomt dat het ‘uitdooft’ (dat het niet meer werkt). Misschien wel een goede tip om ook in de zaal toe te passen; beloon niet te veel en voorkom dat het geen effect meer heeft. En denk er eens over na, hoe beloon jij je turn(st)ers? Hoe vaak doe je dit? En bestraf je ook weleens? En voor de turn(st)ers zelf; beloon jij jezelf weleens? Op welke manier doe je dat?
Sociaal leren
Sociaal leren is een van de leertheorieën die in deze periode erg handig en van belang kan zijn. We zitten namelijk nog steeds thuis en kunnen de turnzaal nog niet in. Dit betekent dat turn(st)ers in ieder geval geen directe feedback of beloningen van de train(st)er kunnen krijgen. Echter kan een turn(st)ers ook iets leren zonder tot actie over te gaan of zonder beloning. Door anderen te observeren of door verbale instructies op te nemen kan een turn(st)er nog niet eerder uitgevoerde te elementen of technieken aanleren. Het volgen van je favoriete turner of turnster op Social Media kan hiervan een voorbeeld zijn. Hoe voert hij/ zij het element uit? Wat gebeurt er met het lichaam? Wat valt je op? Een tweede voorbeeld is het maken van een eigen instructie of voorbeeld video. Hoe wil je dat de turn(st)er de elementen uitvoert? Waar moeten ze op letten?
Ik maak zelf gebruik van WinnerCam, een video analyse systeem waarbij turn(st)ers in eigen tuin/ huis filmpjes kunnen opnemen die automatisch in hun eigen Cloud terecht komen. Ik als trainster kan vanuit mijn trainersaccount de filmpjes bekijken die ze hebben gemaakt en feedback geven (zowel spraak als analyse feedback door middel van het tekenen van lijnen en hoeken). Erg handig!
Overige leertheorieën
Naast bovenstaande leertheorieën bestaan er ook cognitieve leertheorieën. Hier zal ik in deze blog echter niet verder op in gaan. Hopelijk heb je na het lezen van mijn vorige blog wat doelen op kunnen stellen. Welke acties zou je kunnen ondernemen na het lezen van deze blog. Succes met de uitvoering!