In deze blog geef ik je een paar tips die je kan gebruiken bij je examen voor je turnopleiding. Het verschilt natuurlijk welke turnopleiding je volgt. Het kan zijn dat je niveau 2 of niveau 3 opleiding van de KNGU volgt of dat je misschien een CIOS of ALO-opleiding volgt. Zelf heb ik de ALO-opleiding gevolgd en de niveau 3 en niveau 4 opleiding van de KNGU. Ook heb ik zelf al heel wat examens afgenomen. Ik hoop je hierbij wat tips te kunnen meegeven zodat je straks optimaal voorbereid bent om je examen voor je turnopleiding te kunnen doen.
Wat ga je leren
- Hoe je je optimaal kunt voorbereiden
- Op welke dingen je allemaal moet letten om ervoor te zorgen dat je je examen goed kunt halen
- Praktische tips voor het examen
- De punten die ervoor zorgen dat de kans zo groot mogelijk is dat je slaagt als je zo meteen op examen gaat.
Checklist: examen voorbereiden
Hoe bereid je je examen goed voor zodat je optimaal voorbereid bent?
Start met een portfolio check
Check altijd of je alle LVB’s (lesvoorbereidingen) hebt die je moet voorbereiden. Andere opleidingen noemen het ook wel PVO’s, de praktijkvormingsopdrachten of beoordelingen of een combinatie daarvan. Check dus altijd even of je portfolio in orde is en klopt zodat de examinator dat goed kan nakijken. Maar ook dat je alle punten kunt aanleveren op het moment dat jij op examen gaat.
Check van tevoren ook aan welke eisen je moet voldoen
Een niveau 3 opleiding is bijvoorbeeld weer anders dan een ALO-opleiding. Sommige opleidingen bieden ook een niveau 3 opleiding aan binnen CIOS. Elke opleiding heeft ook weer andere PVB’s en andere eisen daarin. Een examinator moet altijd kijken naar de PVB’s, aan welke eisen een cursist moet voldoen. Het is goed om die van tevoren even door te nemen zodat jij weet waarop je beoordeeld wordt.
Materiaal check
Met je les voor je examen ben je natuurlijk afhankelijk van de materialen die je gaat gebruiken, dus check ook of je alles tot je beschikking hebt op de dag dat je je examen hebt.
Back-up plan check
Mocht het nou zijn dat er bijvoorbeeld te weinig turnsters aanwezig zijn tijdens je les, zorg ervoor dat je daarvoor een back-up hebt. Zodat je snel iemand kan bellen die alsnog kan inspringen. Zodat je niet de kans hebt dat je zo meteen te weinig deelnemers hebt voor je les. De meeste examens hebben een minimaal aantal leerlingen nodig. Het zou zonde zijn als je te weinig leerlingen hebt op het moment dat je je examen gaat doen. Hetzelfde geldt bijvoorbeeld ook voor de materialen. Zorg ervoor dat je voldoende tot je beschikking hebt. Wat doe je bijvoorbeeld als je collega in de zaal ernaast een paar materialen heeft gebruikt? Hoe ga je daarmee om?
Tips voor tijdens het examen
- Wees op tijd aanwezig. Het is natuurlijk belangrijk om altijd op tijd te zijn. Zorg er dus voor dat altijd ruim op tijd bent als je examen afgenomen wordt. Zo heb je zelf minder stress en heb je alles mooi voorbereid.
- Voorkom afleiding tijdens de turnles. Zorg er bijvoorbeeld voor dat je de trampolines opzijzet, dat je geen los materiaal hebt rondhangen in de les. Maar ook dat je leerlingen niet afgeleid zijn en dat ze gefocust zijn op jou als docent. Zo loopt het het beste tijdens je examen.
- Een foutje is niet het einde. Dit is ook goed om te weten. Veel cursisten worden heel zenuwachtig op het moment dat ze een foutje maken. Je kan geen les geven die helemaal perfect is, dus je zal vrijwel nooit een tien kunnen scoren. Er zal altijd wel een foutje gemaakt worden, het is wel belangrijk dat je die foutjes doorhebt en dat je er tijdens je les iets mee doet.
- Ingrijpen/aanpassen is beter dan niets doen. Op het moment dat je merkt dat iets niet lekker loopt kun je er beter voor zorgen dat je daarop inspeelt. Pas het aan, en denk niet “Ik laat het maar voorbijlopen en ik hoop dat ik het alsnog ga halen.” Dus een foutje is niet erg maar zorg er wel voor dat je erop inspeelt en het aanpast.
- Veiligheid gaat altijd voor. Veiligheid is één van de belangrijkste dingen waar een examinator op let omdat ze natuurlijk willen dat de leerlingen allemaal weer heelhuids de les uitkomen en terug kunnen gaan naar hun ouders.
Het evaluatiegesprek
Als je je examen hebt gehad volgt er daarna meestal een evaluatiegesprek. Mocht het zijn dat je examen niet zo goed is verlopen kan je vaak nog een hoop dingen goed maken in het gesprek. Door aan te geven hoe je bepaalde dingen hebt aangepakt en wat je bijvoorbeeld in het vervolg anders zou doen.
- Toegeven dat je zenuwachtig bent mag. Het is ook goed om te weten dat het niet erg is dat je zenuwachtig bent en je mag dit best wel aangeven. Dat zorgt er ook voor dat je transparant bent en dat een examinator er eventueel rekening mee kan houden. Het is niet zo dat je daardoor betere punten krijgt, maar er kan wel begrip voor zijn.
- Niets is fout.
- De meeste examinators stellen veel vragen. Als cursist denk je wellicht als je een vraag krijgt “Heb ik het wel goed gedaan?”, maar een examinator wil juist graag weten waarom je iets hebt gedaan en hij wil weten of je je handelingen kan onderbouwen. Dus bij voorbaat is niet sowieso iets fout, ook niet als een examinator iets vraagt aan je maar je moet het zien als een nieuwsgierige examinator die gewoon graag wil weten waarom jij voor bepaalde dingen hebt gekozen. Dat is altijd goed om in je achterhoofd te onthouden.
Basisprincipes
Hierbij een aantal principes die erbij kunnen helpen om je examen goed te kunnen afleggen. Dit zijn een aantal punten waar een examinator over het algemeen vrijwel altijd naar kijkt. En die invloed hebben op je uiteindelijke beoordeling.
Uitleg:
PPD-regel. Deze ken je waarschijnlijk wel: Praatje – Plaatje – Daadje. Dit is niet een vaste volgorde, deze kan ook in een andere volgorde zijn. Dat kan per les bijvoorbeeld variëren. Maar het gaat erom dat je tijdens je examen in ieder geval alle drie gebruikt op het moment dat je een uitleg geeft waarbij je dus ook altijd gebruik maakt van een voorbeeld. Sommige cursisten vergeten weleens dat ze een voorbeeld moeten geven. Dit is één van de belangrijke punten waaraan je altijd moet voldoen bij een examen en sowieso bij alle lessen die je geeft.
Instructie geven:
Hoe geef je een instructie? Je hebt wellicht gehoord van de 6 W’s. Dit zijn 6 verschillende punten waarmee je instructie geeft in een les.
- Wie
- Wat
- Waar
- Wanneer
- Welke wijze
- Wat daarna
De laatste is de belangrijkste, vooral deze moet je goed onthouden. Zeker op het moment dat je bijvoorbeeld instructies geeft om de materialen op te bouwen of af te breken. Want wat gebeurt er als je niet vertelt aan een kind wat ze daarna moeten doen? De kans is groot dat ze gaan spelen in de les. Waar je dus een paar rond rennende kinderen in je les terwijl je aan het opbouwen bent. Dat zorgt natuurlijk voor onveilige situaties. Zoals ik al aangaf is veiligheid één van de belangrijkste punten in een examen. Zorg er dus vooral voor dat je aangeeft wat ze daarna moeten doen. Dus bijvoorbeeld als ze klaar zijn met een matje neer te leggen moeten ze weten dat ze terug op de gele lijn moeten gaan zitten. Geef dus altijd aan wat er daarna moet gebeuren.
Dit is ook één van de standaardlijstjes die wij als examinator bijhouden op het moment dat we een examen afnemen. Dus alle W’s komen over het algemeen wel aan bod als een cursist instructie geeft. Check daarna ook altijd of jij ook hebt aangegeven wat ze vervolgens moeten doen. Zie dit voor jezelf een beetje als bonuspunten die je misschien kan meenemen, leer jezelf aan om altijd aan de leerlingen te vertellen wat ze daarna moeten doen.
Extra tips
- Laat de leerlingen altijd zitten tijdens je uitleg. Op het moment dat leerlingen zitten zijn ze veel meer gefocust dan als ze staan. Dit kan je een keer testen in je eigen lessen, dus als je de leerlingen laat zitten gaan ze automatisch een stuk rustiger zijn dan als je hen laat staan. Dat gaat je heel snel helpen om je examen een stuk rustiger af te nemen.
- Informeer de leerlingen. Dit vergeten veel cursisten bij een examen. Natuurlijk heb jij je examen maar ook voor de leerlingen kan het best wel een spannende dag zijn. Zij helpen jou immers om je examen te kunnen afnemen. Informeer hen dus ook wat je die dag gaat doen en wat die vreemde mensen komen doen, dat ze jou komen beoordelen.
- Oefen het op- en afbouwen. Dit is namelijk één van de dingen waar veel cursisten op zakken. Bijvoorbeeld dat het op- en afbouwen te lang duurt of dat het onveilig wordt, dat de instructie niet goed is. Het is dus heel goed om dat ook vaak te oefenen. Oefen het ook samen met je trajectbegeleider en zorg ervoor dat je het in ieder geval snel kunt doen en ook altijd op de juiste en veilige manier.
- Zorg voor een hoge les-intensiteit. Als leerlingen meer bewegen hebben ze minder afleiding. Als er minder afleiding is gaat de les veiliger zijn en op die manier leren ze meer. Zowel veiligheid als leren zijn twee belangrijke punten die meespelen bij een examen met je beoordeling en ook de intensiteit daarvoor.
Meer tips?
Ik hoop dat je iets hebt gehad aan deze tips voor je examen en dat je optimaal voorbereid bent om je examen te kunnen doen. Mocht je meer tips kunnen gebruiken hebben we verschillende gratis downloads op onze website staan.
We hebben ook een platform lidmaatschap voor trainers. Hiermee kunnen trainers heel snel hun lessen voorbereiden. Er staan een tal van filmpjes op en bijvoorbeeld leermiddelen en lesplannen, dus van alles wat hen kan helpen om hun lessen snel voor te bereiden.
Tot slot hebben we op ons Youtube Kanaal ook diverse trainingen en oefenvideo’s staan!
Als je binnenkort je examen hebt wens ik je in ieder geval heel veel succes en ik hoop dat je deze tips goed kunt meenemen voor je examen!