Coachen binnen de turnsport; zelfregie voor de turnster
01 februari 2021 
8 min. leestijd

Coachen binnen de turnsport; zelfregie voor de turnster

Uit onderzoek blijkt dat het goed werkt om de sporter zogenoemd ‘zelfregie‘ te geven over het leerproces. Hieronder wordt verstaan dat de sporter zelf inspraak heeft wanneer hij of zij feedback wilt ontvangen, welke oefenvormen de sporter wil trainen en welke instructies er worden opgevolgd. Natuurlijk zit hier enige nuance in. Het betekent niet dat de sporter de gehele training zelf bepaalt. Dan zou de turnhal of gymzaal erg onoverzichtelijk worden. In deze blog schetsen we een voorbeeldsituatie en geven we handige tips om meer zelfregie bij de turnster te leggen.

zelfregie-turnen

Voorbeeld uit de praktijk

Eva is coach van een Pupil 2 D3 groep. De wedstrijden komen er weer aan en ze wil haar turnsters zo goed mogelijk voorbereiden op de eerste voorwedstrijd. Ze staat met een groepje meiden bij de balk die om de beurt de oefening mogen laten zien. Claire laat als eerste haar oefening zien. Eva ziet tijdens de oefening al een paar foutjes en roept Claire toe: ‘’Strek je knie door bij de zweefstand’’, ‘’Kom op, houd je armen recht bij de loopsprong, er staat toch geen wind in de zaal? Blijf eens spannen bij de pirouette’’. Na de oefening roept ze Claire bij zich.

‘’Zeg Claire, je oefening zag er prima uit maar er zijn nog wel wat puntjes om op de i te zetten. Tijdens je oefening gaf ik je al tips over de zweefstand, de sprongen serie en je pirouette. Je mist echt de basisspanning waardoor je punten verliest op je balkscore. Dat is zonde. Daarnaast moet je handstand echt verder worden opgegooid en bij de landing moet je extra pasjes voorkomen. Ga nog maar even oefenen op de achterste balk’’. Claire is overladen met tips en antwoord stilletjes ‘’ja juf’’. Ze baalt van de uitvoering en gaat hard aan de slag met alle tips die juf Eva gaf. Maar.. wat waren ze ook alweer allemaal? Iets met de handstand, spanning en pasjes bij de landing. Het zijn zo veel punten waar ze nog aan moet werken.

De coach als mediator en inspirator

Het hiervoor geschetste voorbeeld is een veelvoorkomende praktijksituatie. Veel coaches houden geen blad voor de mond bij het geven van feedback en denken zo het leerproces van een sporter te bevorderen. Want door de fouten te herstellen leert een sporter toch? Deze coaches zijn continu in de weer om het leerproces van de sporter te sturen en te controleren. Dat alle regie bij de coach ligt is een klassieke en bijna gedateerde coach wijze. Graag wil ik je het belang van zelfregie van de turnster uitleggen en een betere rol als coach benadrukken namelijk de mediator en inspirator. Want continu in de weer zijn, sporters van feedback voorzien, lessen klaar zetten en politie agent spelen als een turn(st)er een stationnetje overslaat is toch energie verspilling?

Zelfregie in het leerproces

In de praktijk is het vaak zo dat de coach het leerproces voor de sporter bepaalt. De coach zet een les op die strikt moet worden opgevolgd en is de hele les bezig met feedback geven en hulpverlenen. Volgens onderzoek is het effectiever om een sporter zelf te laten bepalen waarop hij of zij feedback wil ontvangen (het resultaat of de uitvoering) en bij welke poging dat gewenst is. Zelf gestuurde feedback leidt tot beter leerresultaat dan extern opgelegde feedback dus wanneer een coach het feedback moment bepaalt.

Er blijkt bij zelf gestuurde feedback, dus zelfregie, ook minder feedback nodig te zijn om een taak te leren. Dat is een win-win situatie voor de coach toch? Scheelt jou weer energie en tijd! Een ander leuk feitje is dat uit onderzoek blijkt dat de sporter bij zelf gestuurde feedback met name feedback vroeg na een succesvolle poging. Feedback op een succesvolle poging blijkt effectiever op het leerresultaat dan bij een slechte poging. . Dit is vergelijkbaar met dat bekrachtiging van ‘’goed en gewenst gedrag’’ effectiever is dan het bestraffen van ‘’ongewenst gedrag’’. De voorkeur van het ontvangen van feedback op een succesvolle beurt kan te verklaren zijn op de motiverende werking; een sporter wenst vaak bevestiging nodig dat hij/zij op de goede weg is.

Succeservaring door zelfregie

De reden dat een sporter geneigd is om feedback te vragen op een succesvolle poging kan te weiden zijn aan de functie van succeservaringen. Na feedback op een succesvolle poging ervaart de sporter een succeservaring. Vaak bevat dit een bevestiging of de sporter op de juiste weg is wat het zelfvertrouwen stimuleert. Een hogere mate van zelfvertrouwen hangt samen met een betere performance. Dit kan te verklaren zijn doordat een hoge mate van zelfvertrouwen vaak samen gaat een mindere mate van angst en vergrote motivatie en concentratie (Burton, D., & Raedeke, T. D. (2008). (LINK artikel motivatie)

Zelfregie in het lesplan

Volgens onderzoek is zelfsturing in het lesplan ook bevorderlijk voor de leerprestatie. Laat een sporter bijvoorbeeld zelf beslissen of hulpmiddelen nodig zijn bij het uitvoeren van een opdracht. Binnen het turnen kan dit lastig zijn om de regie bij een perfectionistische jonge turn(st)er te leggen. Als een turnster denkt dat ze wel zelf de kip kan maken en na acht pogingen nog steeds niet op de stok zit kan dit een gevoel van ‘’falen’’ geven.

De zwart-witte gedachtegang die vaak gepaard gaat bij perfectionisme kan dan een negatief effect geven op de leerprestatie. De kip is dan pas ‘’goed’’ als hij in het geheel lukt (knowledge of result). De uitvoering kan daar in tegen wel steeds beter gaan. De steekactie gaat steeds feller, de benen worden goed gestrekt. De feedback over de uitvoering (knowledge of performance) telt dan niet mee of is lastig te beoordelen.

Knowledge of result: feedback over het resultaat.
Knowledge of performance: feedback over de uitvoering

Al met al kan een negatief resultaat vanuit overschatting of zwart-wit denken leiden tot demotivatie en dus een slecht leerresultaat. Probeer de succeservaring wel te sturen door verschillende stationnetjes neer te zetten (differentieel leren ) of alleen ‘’succesvolle’’ stationnetjes neer te zetten. Bied geen stationnetje aan waarbij ze de kip zelf turnen maar laat ze de kip uitvoeren met behulp van een kipband. Je de turn(st)ers verder zelf te laten kiezen of ze bijvoorbeeld hulp inschakelen bij de kip van door deze af te vangen.

Hierbij enkele voorbeelden van stationnetjes met deelbewegingen voor de kip, waarbij een (bijna) gegarandeerde succesbeleving wordt gehaald:

 

 

 

De timing van feedback geven

Probeer eens na te gaan hoe en wanneer jij feedback geeft. Geef je bijvoorbeeld standaard na iedere beurt feedback? Probeer dit dan eens te beperken tot één of twee tips per onderdeel per training. Een sporter kan ten slotte niet op alles tegelijk letten. Vijf verschillende tips werkt ook demotiverend. In het begin van dit artikel kreeg Claire ontzettend veel feedback waarbij ze uiteindelijk niet doelgericht kan trainen. Het waren zo veel verschillende tips dat ze eigenlijk vast loopt, maar ook de zelfregie compleet kwijt raakt. Probeer ook eens de zelfregie actief bij de sporter neer te leggen. Laat ze zelf aangegeven wanneer zij feedback willen ontvangen.

Knowledge of performance versus knowledge of results

Geef je feedback op de uitvoering of het resultaat? Vaak is het overbodig om feedback te geven over het resultaat. Een sporter begrijpt zelf ook wel dat als hij of zij bij een salto op de billen landt dat dit niet goed is. Daarentegen heeft een sporter bijvoorbeeld niet door dat hij niet snel genoeg de hakken over zich heen schopt. Deze feedback hoef je ook niet altijd zelf te geven, vertrouw op de zelfregie van de turnster. Gebruik bijvoorbeeld beeldmateriaal als optie waarbij de sporter zelf kan kiezen of hij dit na een beurt terug kijkt.

Inhoud van feedback

Denk ook eens na over de inhoud van de feedback. Ben je jezelf bewust of je expliciet of impliciet aangeeft wat een sporter moet veranderen aan de uitvoering of het resultaat? Is je feedback daarbij doelgericht of nogal vaag? Een voorbeeld is een veel genoemde tip zoals ook genoemd in het begin van dit artikel ‘’Je moet meer spannen’’. Dit is niet echt een duidelijke tip voor een sporter. Je zou beter kunnen zeggen dat de sporter de knieën moet door strekken (expliciete feedback) of de benen zo lang mogelijk moet maken (impliciete feedback).

Verantwoordelijkheid als coach

Als je opvalt dat je na een keer of drie de feedback nog steeds niet wordt opgepakt raak dan niet gefrustreerd op de sporter maar leg de verantwoordelijkheid bij jezelf. Vaak raken trainers geïrriteerd als ze geen resultaat terug zien na x aantal keer te hebben gezegd dat de sporter nu echt eens moet spannen. Probeer verschillende manieren van feedback uit en kijk per sporter wat aansluit bij hun leermethode.

Feedback met een motiverende werking

Positieve feedback werkt zoals al eerder is gezegd motiverend. Als je feedback geeft is het nuttig om de sandwich methode te gebruiken waarbij je begint met positieve feedback daarna negatieve feedback geeft en afsluit met iets positiefs.

Zelf gestuurde leermethode

Probeer in je lesplan voldoende frame te creëren waarbinnen de sporters zelf kunnen ‘’kleuren’’. Zo creëer je autonomie voor de sporter, en bevorder je de zelfregie. Een voordeel is dat dit het leerproces van de sporter bevorderd en dat jijzelf meer aan de sporter kan overlaten wat jou minder energie kost.

Trainingsmethodes zelfregie

Een voorbeeld van goed bruikbare leermethodes bij zijn differentieel leren en foutloos leren.
Differentieel leren heeft het voordeel dat je veel verschillende situaties aanbiedt waarbij de sporter zelf de oplossing kan zoeken. Een voordeel is dat er variaties in uitvoering mogelijk zijn waardoor er niet echt een ‘’goed’’ of ‘’fout’’ is. De sporter kan iets op een ontdekkende manier impliciet leren. feedback is dan minder ‘’zwart’’ ‘’wit’’, valt vaak positiever uit en is minder vaak nodig omdat verschil in uitvoering hoort bij differentiëren. Handig om dan juist bij differentieel leren de sporter te laten kiezen wanneer feedback gewenst is.

Foutloos leren en zelfregie

Foutloos leren is een methode waarbij je oefeningen zo uitzet en instrueert dat ze wel goed moeten gaan. Een voorbeeld hiervan is het leren van een radslag door de rechte lijn. Je kunt er voor kiezen de radslag in de open ruimte te laten uitvoeren of juist door foutloos leren een dwingende situatie uit te zetten. Laat de sporter de radslag uitvoeren tussen twee matten in die verticaal staan. Je instrueert de sporter dat hij of zij de matten niet mag raken. Feedback is hierbij ook weinig nodig; de sporter merkt namelijk zelf wanneer ze niet door een rechte lijn gaat. Ze raakt dan namelijk de mat aan.

Inzet van hulpmiddelen

Laat de sporter zelf beslissen over de inzet van een hulpmiddel. Bied opties aan zoals het gebruik van een kiptuigje of hulpverlening van een teamgenoot of jou als coach. Mocht het niet lukken om de opdracht zonder hulpmiddel goed uit te voeren kies dan voor een foutloze leersituatie. Biedt bijvoorbeeld alleen de situatie aan waarbij de turn(st)er de kip uitvoert in een kiptuigje. In dit geval is er een grote kans dat de kip lukt. Dit is voor de turn(st)er goed meetbaar als knowledge of result waarbij dus ook weinig feedback nodig is.

Je rol als coach binnen zelfregie

Een laatste punt van aandacht bij een zelfsturende leermethode is het innemen van een ondersteunende rol. Stel open vragen aan je sporter en vul niet in. Wat denkt de sporter nodig te hebben bij zijn of haar leerproces? Wat heeft de sporter van de coach en van de groep nodig? Hieronder worden enkele voorbeelden beschreven van open vragen.

  • Hoe vond je de beurt zelf gaan?
  • Wat ging er goed?
  • Waar zou je aan kunnen werken?
  • Waar zou ik je mee kunnen helpen?
  • Wat voor oefening zou je nodig hebben om je doel te bereiken?

Podcast feedback

Kun je meer tips gebruiken over het geven van feedback? Luister dan de podcast van Beter Turnen met deze aflevering over feedback geven.

Tot slot

Hopelijk zet dit artikel je tot nadenken over autonomie van je sporter. Vergelijk de situaties en tips uit het artikel eens met je huidige lessituatie. Wellicht ben je tot nieuwe inzichten gekomen over zelfregie, die je kunt implementeren in je les. Uiteindelijk kan dit zowel voor jou als coach voordelen hebben waarbij het lesgeven je minder energie kost en je je sporters beter kunt ondersteunen in hun leerproces. Claire zal in ieder geval blij zijn met minder en concretere tips. Wellicht vraagt ze volgende keer zelf aan juf Eva of ze feedback mag over haar oefening.

Wil je jezelf als trainer bijscholen in het geven van feedback? Start dan met de bijscholing “effectief coachen & begeleiden.

 

Burton, D., & Raedeke, T. D. (2008). Sport psychology for coaches. Human Kinetics.

Beek, P. J. (2013). Nieuwe, praktisch relevante inzichten in techniektraining (deel 9): Motorisch leren: het belang van zelfsturing. Sportgericht, 67(2), 12-16.

Over de schrijver
Ik ben Roxanne Boersma en werk binnen Beter Turnen als content ontwikkelaar, docent en coach. Ik turn zelf sinds mijn 12e en geef sinds 2012 turnlessen aan verschillende selectie turngroepen. Naast mijn passie voor turnen ben ik actief met fitness en gezondheid (lifestyle en voeding). Ik ben momenteel werkzaam als fysiotherapeut in een eerstelijns praktijk. Quote: "Never give up on what you really want to do. The person with big dreams is more powerful than one with all the facts."
Reactie plaatsen