Spreekbeurt turnen geven: wat moet je allemaal weten?
Een spreekbeurt turnen is natuurlijk super leuk om te geven. Het is een onderwerp waar iedereen wel iets van weet, maar waar niet iedereen echt in detail kennis over heeft. Mocht je ook graag een spreekbeurt over turnen willen houden dan is het handig om dit artikel even goed door te nemen. We gaan je namelijk wat handige informatie geven over turnen, die je kunt gebruiken voor jouw eigen spreekbeurt turnen.
Spreekbeurt turnen: Wat is turnen – sport en geschiedenis
Turnen is een sport waarbij oefeningen worden gedaan die kracht, lenigheid, evenwicht en coördinatie nodig hebben. Het kan gaan om rennen, springen, salto’s maken en balanceren. Bij het damesturnen zijn er vier toestellen: vloer, ongelijk brug, evenwichtsbalk en de Pegasus. Bij mannen turnen zijn er zes toestellen: vloer, gelijke brug, rekstok, voltige, Pegasus en ringen.
Gymnastiek begon als een sport in het oude Griekenland. Het was een van de eerste sporten op de Olympische Spelen. Oorspronkelijk mochten alleen mannen deelnemen aan de Olympische Spelen, maar er was nog een ander festival waar vrouwen aan deelnamen. Dit heette de Herean Games.
In je spreekbeurt is het goed om te beginnen met een stukje over de geschiedenis van turnen, voordat je verder gaat met wat turnen nu echt inhoudt!
De verschillende onderdelen
Bij het turnen zijn er verschillende toestellen die beoefend kunnen worden. Ben je op alle toestellen ongeveer even goed, en probeer je op wedstrijden een zo hoog mogelijke totaalscore te behalen, dan ben je een meerkamp turn(st)er. Sommige turnsters en turners zijn erg goed in 1 bepaald toestel. Deze sporters noemen zichzelf een toestel specialist.
Zo is Nederlandse turner Yuri van Gelder bekend geworden in de ringen. Hij is op dit toestel 3x Europees kampioen en 1x wereldkampioen geworden. Nog bekender is Epke Zonderland. Zijn specialiteit is rekstok turnen. Hij is olympisch kampioen, drievoudig Europees kampioen én drievoudig wereldkampioen op dit toestel. Dan mag je jezelf toch wel echt een specialist noemen.
Laat in je spreekbeurt turnen weten wat jouw favoriete turner of turnster is, en vertel hierover! Je klasgenoten vinden het vast en zeker leuk om te horen wie het is!
Over de turntoestellen
Pegasus – Bij de pegasus sprinten turners eerst over een 25 meter lange aanloopbaan, springen ze vervolgens op een springplank, en voeren hierna een bepaalde sprong uit op de pegasus, waarbij ze met hun handen afzetten op het toestellen. Tot slot landen ze op de dikke mat. Hoe moeilijk de sprong, hoe hoger de uitgangswaarde van de sprong.
Brug ongelijk – Op de brug ongelijk (damestoestel) voert de turnster een aantal trucjes uit op twee parallelle horizontale liggers die op verschillende hoogtes zijn ingesteld. De afsprong van dit toestel is altijd vanaf de hoge ligger tot op de dikke mat die er onder ligt. Hoe moeilijk de trucjes, hoe hoger de score die ze kunnen halen.
Evenwichtsbalk – De turnster voert een aantal oefeningen uit van maximaal 90 seconden bestaande uit sprongen, acrobatische elementen en gymnastische draaien op een lange balk. De balk is 125 centimeter hoog, 500 centimeter lang en 10 centimeter breed.
Vloer– Dit is een groot vierkant verend vlak van 12×12 meter. De dames hebben op dit toestel een vloeroefening op muziek, de heren zonder muziek. Ook hier moeten er weer verschillende acrobatische series en gymnastische sprongen worden laten zien om aan de eisen van de oefening te voldoen.
Heren toestellen
Ringen – De ringen zijn een van de klassieke turntoestellen, ze zijn van hout, bevestigd aan een stuk leer dat op zijn beurt bevestigd is aan stalen kabels of aan touwen. Ringen kunnen worden gebruikt voor verschillende soorten basisbewegingen, zoals stil zwaaien, zwaaien met afzet en duikelen.
Paard Voltige – Bij het voltigeren is het de bedoeling dat de turner met de handen op de beugels of het paard zelf steunt, zonder met de rest van zijn lichaam het toestel aan te raken. Voorbeelden van voltige-elementen zijn flanken, scharen en de ‘Thomas Flair’ de belangrijkste basisbewegingen. Hier bestaan een aantal varianten op, zoals de kringflank, de tegenschaar en de suisse simple.
Gelijke brug – De herenbrug of brug met gelijke leggers bestaat uit twee parallelle, in hoogte verstelbare leggers die op dezelfde hoogte staan. In het herenturnen wordt de hoogte van de leggers zodanig gekozen dat ook bij verschillende zwaaivormen de voeten de grond niet kunnen raken.
Rek – Het turnen aan de rekstok is als turndiscipline een van de onderdelen van de Olympische toestellen turnen voor heren. In het herenturnen wordt gebruikgemaakt van een rekstok op zwaaihoogte, dit betekent dat de turner aan het rek kan hangen zonder dat zijn voeten de grond raken.
Een goede landing
De landing is natuurlijk de laatste stap tijdens het turnen. Dit is een vaardigheid die echt lastig is om te leren, maar die super belangrijk is voor de wedstrijdscores. Zonder de goede landing loopt het risico op het oplopen van blessures tijdens salto’s erg snel toe. Om dergelijke blessures te voorkomen en om een hoge score te krijgen, moet de landing echt top zijn. Een succesvolle landing in de gymnastiek wordt geclassificeerd als zacht. Dit houdt ook wel in dat de landing soepel moet ogen.
Lenigheid
In de turnsport zijn de meeste turnsters erg lenig. Ze kunnen met gemak een spagaat, en turnen zonder moeite een boogje. Lenig zijn is min of meer een voorwaarde om goed te kunnen turnen, en om hoge cijfers te halen op een wedstrijd. Een spagaatsprong op de vloer moet namelijk helemaal in spagaat. En een boogje op de balk levert je veel punten op. Hoe leniger je bent, hoe meer voordelen het je oplevert binnen het turnen.
Kracht
Ook sterk zijn is een belangrijke voorwaarde om goed te worden in turnen. Het kost naast lenigheid ook veel sprongkracht om een spagaatsprong op vloer te turnen. En wat dacht je van over de pegasus springen? Het aanlopen, afzetten, en over de kop gaan vraagt een grote krachtinspanning van je lijf.
Wat moet je aan?
De meeste meisjes en jongens die op turnen zitten hebben tijdens de les een turnpakje met een turnbroekje aan. Hier kun je je makkelijk in bewegen, en zo alle oefeningen goed uitvoeren. Meisjes en jongens met lange haren dragen dit in een staart of knot, zodat ze hier geen last van hebben.
Op het toestel ongelijke brug, gelijke brug, ringen en rekstok dragen de meeste turnsters en turners leertjes om hun handen, om zo een goede grip te hebben op deze toestellen. Ook maken ze gebruik van magnesium. Een soort wit poeder waardoor je handen nóg stroever raken. Tijdens turnwedstrijden is het verplicht om een pakje te dragen én om je haren netjes strak te doen.
Als je zelf een turnpakje hebt, is het leuk om dit mee te nemen tijdens je spreekbeurt! Je kunt dan aan je klasgenoten laten zien hoe je turnpakje er uit ziet. Wie weet durf je het wel aan om je spreekbeurt te geven in je turn outfit! Dan kun je meteen wat gave trucjes laten zien.
Hoe word je een goede turnster of turner?
Om echt heel goed te worden in de turnsport, moet je vooral heel veel trainen en oefenen. Turnster en turners op topsportniveau trainen vaak wel 30 uur per week. Dit hou je natuurlijk alleen maar vol als je ontzettend veel plezier hebt in de sport. En daarmee heb je dan ook meteen de belangrijkste voorwaarde om een goede turnster te worden: passie en plezier!!
Meer informatie nog voor de spreekbeurt turnen? Kijk dan eens op het platform van Beter Turnen!