De motivatie bij turnsters; heb je er als trainer invloed op?

Waarschijnlijk kunnen we ons allemaal goed voorstellen waarom motivatie bij turnsters van belang is. Met name als het gaat om presteren in de sport. Ook kunnen we ons voorstellen dat, wanneer de motivatie vermindert, turn(st)ers geneigd zijn om te stoppen met de sport.  In sommige gevallen kun je hier niets aan doen. Dan is het gewoonweg tijd om te stoppen. Er worden andere keuzes gemaakt en andere dingen als belangrijk geacht. Echter kun je als train(st)er meer invloed hebben op de motivatie van je turn(st)er dan je wellicht had gedacht.

Intrinsieke en extrinsieke motivatie bij turnsters

Motivatie wordt meestal in twee ‘soorten’ opgedeeld. Namelijk de intrinsieke en de extrinsieke motivatie. Intrinsieke motivatie ontstaat vanuit de turn(st)er zelf. Extrinsieke motivatie wordt veroorzaakt door externe factoren. Een turn(st)er raakt bijvoorbeeld gemotiveerd door ouders, train(st)er of vanwege het feit dat hij of zij een mooi cadeau ontvangt wanneer iets is gelukt.

De intrinsieke motivatie blijkt, vanuit verschillende onderzoeken, meer wenselijk dan extrinsieke motivatie. Dit omdat intrinsieke motivatie bij turnsters werkt voor de langere termijn en dus duurzamer is. Extrinsieke motivatie bij turnsters is vaak maar tijdelijk. Als je het cadeau hebt gekregen kan de motivatie weer verminderen. Of is het cadeau misschien de volgende keer opnieuw nodig.

De zelfdeterminatie theorie

Er zijn verschillende theorieën om motivatie te benaderen. Een van de bekendste binnen de sport is de zelfdeterminatie theorie. In deze theorie zijn er drie voorwaarden om aan intrinsieke motivatie te kunnen voldoen.

  • Autonomie: de turn(st)ers moet invloed hebben op wat hij/ zij doet en eigen keuzes kunnen en mogen maken. 
  • Competentie: de turn(st)ers hebben er vertrouwen in dat ze het kunnen. Hetgeen ze moeten doen is niet te hoog gegrepen en ze voelen dat ze het in hun mars hebben om het nu of op een later tijdstip eigen te maken.
  • Verbondenheid: het gevoel van ‘samen’ (andere turn(st)ers, trainst(er), maar ook bestuur e.d.), positieve relaties opbouwen met anderen.

Wanneer je als train(st)er dus op een juiste manier rekening houdt met bovenstaande voorwaarden, is er een grote kans dat de intrinsieke motivatie van jouw turn(st)ers stijgt. Het invullen van deze voorwaarden zal wel verschillen per leeftijdsperiode. Senior turn(st)er hebben bijvoorbeeld veel meer behoefte aan autonomie dan de jongste turn(st)ers. Maar dat neemt niet weg dat het in de jonge leeftijd niet hoeft.

Het artikel waar deze informatie uit komt: Deci, E. L., & Ryan, R. M. (1985). Conceptualizations of intrinsic motivation and self-determination. In Intrinsic motivation and self-determination in human behavior (pp. 11-40). Springer, Boston, MA.

Motivatie bij turnsters in de praktijk

Onderstaand een aantal concrete praktijk voorbeelden om de 3 voorwaarden voor intrinsieke motivatie bij turnsters te bevorderen. Wellicht heb je zelf nog anderen ideeën die je toe kan voegen, dan horen we die graag in de reacties!

Autonomie bevorderen
– Turn(st)ers mee laten beslissen/ mee laten denken aan de wekelijkse warming-up
– Ze  mee laten beslissen aan het aantal beurten dat zij moeten maken
– Turn(st)ers mee laten beslissen aan de elementen die op de wedstrijden worden geturnd
– De sporters keuze tijd geven om aan (toekomstgerichte) elementen te werken
– Turn(st)ers eigen doelen laten maken (korte en lange termijn)
– Wanneer turn(st)ers ouder worden de verhouding train(st)er-turn(st)er meer naar ‘samen’ brengen dan de machtspositie behouden.

Competentie
– Zorgen voor voldoende succesbeleving en succeservaring. Af en toe eens een stapje makkelijker dan vooral falen op de plek die misschien nog een beetje te moeilijk is)
– Complimenten geven (maar niet té veel, dan zijn ze niet meer geloofwaardig/ werkzaam)
Feedback gericht op het proces van de turn(st)er in plaats van op het resultaat
– Turn(st)ers hun sterke kanten laten inzien en laten ervaren.

Verbondenheid
– Als ‘team’ samen dingen ondernemen (zowel binnen als buiten de trainingen om)
– Af en toe activiteiten/ oefeningen toevoegen in de training die gericht zijn op de samenwerking
– Een open communicatie houden tussen turn(st)ers onderling. Maar ook tussen train(st)er en turn(st)ers. Maak dingen bespreekbaar
– Vraag ook eens naar de school of thuissituatie van de turn(st)ers
– Creëer een vast moment om samen eens te evalueren en te reflecteren, turn(st)ers leren zo ook praten over wat ze meemaken en hoe ze het ervaren. 

Thema’s toepassen

Het klinkt allemaal ‘leuk en aardig’ al die informatie. Thema’s en oefeningen om de mentale ontwikkeling van je turn(st)ers te kunnen verbeteren. Maar daar is niet altijd de tijd of ruimte voor. Dit komt vaak omdat de fysieke ontwikkeling voor lijkt te gaan. Maak de mentale ontwikkeling van de turn(st)er net zo belangrijk als de fysieke ontwikkeling. Probeer daarom toch af en toe eens tijd vrij te maken voor deze thema’s.

Enkele voorbeelden hoe dit zou kunnen zijn:

  • Kies elke maand of elk kwartaal een thema dat centraal staat. 
  • Pak een moment waarin je het thema uitlegt en uitlegt wat je van de turn(st)ers verwacht. (bijv. aan het begin van de maand)
  • Kies momenten waarop je terug komt op dit thema (bijv. eind van de week) en bespreek hoe het is gegaan.
  • Houd een trainingsstage waarin wat meer tijd is voor de mentale ontwikkeling van de turn(st)ers. Bespreek/ verwerk deze thema’s in je stage momenten
  • Communiceer in het algemeen goed met je turn(st)ers. Zorg dat er openheid is en voldoende ruimte om dingen bespreekbaar te kunnen maken
  • Creëer een goede sfeer in de training om bovenstaande mogelijk te maken. Zorg tijdens trainingen voor voldoende mogelijkheden om samen te werken. Organiseer bijvoorbeeld een uitje aan het begin en einde van het seizoen
  • Op jonge leeftijd kunnen turn(st)ers al samen gaan kijken bij een turnwedstrijd van de oudere turn(st)ers. Zo leren ze hoe een wedstrijd in elkaar zit en hebben ze echt een gezamenlijk uitje
  • Train eens samen in een andere gymzaal/ turnhal, je houdt het uitje op die manier nuttig en effectief en het draagt bij aan het gevoel van ‘samen’. Wederom geeft dit de mogelijkheid om een thema te koppelen aan deze uit-training. 
  • Organiseer eens een wedstrijd of training met een andere vereniging

Variëren in je training

Iedere week dezelfde oefeningen uitvoeren, in dezelfde zaal, met dezelfde mensen, kan soms erg demotiverend zijn.  Nu zijn veranderen van omgeving en van groep natuurlijk lastig, maar variëren in je trainingsaanbod is zeker een optie! Soms is het leuk om even helemaal wat anders te doen. Een leuk maar zeker ook leerzaam idee, is het gebruik van reaction lights in je training. Deze lampjes met speciale bewegingssensoren trainen je snelheid, coördinatie, reactiesnelheid, balans en nog veel meer. De trainingsmogelijkheden met deze lampjes zijn eindeloos, en zeer geschikt om mee te werken bij iedere groep van je gymvereniging!

 

Wil je meer weten over deze lampjes? Bekijk dan eens deze blog!

Tot slot

Hopelijk heb je met bovenstaande tips wat handvatten meekregen, om de motivatie bij turnsters in jouw les goed te houden. Meer tips nodig, of eens sparren met andere trainers? Bezoek dan eens ons trainersplatform, of kijk op onze website!