Het turnniveau van je lesgroepen verhogen; hoe doe je dat?

Hoe verhoog je het turnniveau van je turngroepen? Dit is een vraag die ik regelmatig krijg van verschillende turncoaches. Ze zijn vaak op zoek hoe ze het niveau van een turngroep kunnen verbeteren of verhogen, zowel bij recreatiesport als bij de selectiesport.

De uitdaging

Trainers en clubs komen in dit geval vaak voor dezelfde lastige uitdagingen te staan.

  • Weinig trainingsuren. Er zijn veel clubs die weinig trainingsuren hebben, met name clubs die in een gymzaal trainen,waarbij ze niet altijd voorrang hebben op alle uren die ze kunnen claimen. Bijvoorbeeld volleybal dat veel uren pakt in de zaal en daardoor kunnen de clubs niet uitbreiden.
  • Weinig materiaal. Onvoldoende spullen die je gebruikt tijdens je lessen. Daardoor heb je als coach best wel veel uitdagingen om toch zo goed mogelijk les te geven aan je sporters. En daarbij ben je afhankelijk van de mogelijkheden die je hebt.
  • Weinig budget.

Turnniveau verhogen = meer trainen?

Een aanname die vaak gedaan wordt door trainers is dat je turnniveau vaak verhoogt door meer te trainen. Als sporters meer trainen kan het zijn dat het niveau verbetert. Maar dat gaat vaak niet zonder gevolgen. Als er meer getraind wordt gaat het heel snel. Zo zijn er veel sporters die van 6 uur per week trainen in één keer naar 12 uur per week gaan. Bijvoorbeeld als ze van een gymzaal naar een turnhal gaan wordt er in één keer veel meer getraind. Vaak wordt het dan te snel opgebouwd. En zo ontstaat er een hoge kans op blessures. Als er veel blessures ontstaan daalt het turnniveau en zijn er meer uitvallers. Dus als je het te snel opbouwt zijn er minder sporters en meer geblesseerde sporters.

Uiteindelijk wil je het niveau verhogen maar vaak daalt dan juist het turnniveau. Ik ben dus eerder voorstander van meer te optimaliseren in plaats van meer te trainen. Daarmee zeg ik niet dat meer trainen niet werkt, want het is iets dat goed kan werken. Maar let wel op hoe je dat precies doet.

Optimaliseren versus meer trainen

Ik heb de voorkeur voor het verhogen van de motivatie en het plezier in plaats van harder te trainen. Stel een turnster traint drie keer per week, en ze traint de helft van de tijd goed. Dan is het de vraag harder te gaan trainen of meer te gaan trainen. Als bijvoorbeeld de motivatie en het plezier niet zo hoog zijn, wil diegene dan ook harder trainen? Vaak moeten we kijken of we de motivatie kunnen verhogen. En of we het plezier kunnen verhogen en dan wordt er vaak automatisch harder getraind. Waardoor uiteindelijk ook het turnniveau omhoog gaat. Daardoor is het vaak logisch om uiteindelijk – als iemand enthousiast is en meer wil trainen – uit te breiden. Het is dus goed als coach om eerst te kijken naar de motivatie en het plezier van de sporters waaraan je lesgeeft.

Ook heb ik de voorkeur voor een hogere les-intensiteit ten opzichte van meer trainingsuren. Bedenk je maar eens hoeveel rust er is en hoeveel turnsters soms niks aan het doen zijn. Dan kun je eerst kijken of je de huidige lesuren die je hebt kan intensiveren voordat je uiteindelijk gaat kijken naar meer trainingsuren om je turnniveau te verhogen. Soms kijk je als coach iets te snel naar meer trainingsuren. Terwijl de intensiteit vaak veel belangrijker is dan het aantal uren die je traint. Op die manier kan je zonder echt uit te breiden qua lesuren je lessen beter benutten. Zo kun je ook het turnniveau van je lesgroep makkelijker verhogen.

Praktische tips

Probeer slim gebruik te maken van materiaal en ook klein materiaal.

  • Matrassen. Deze kan je gebruiken als je te weinig matten tot je beschikking hebt. Wellicht zijn er wel ouders die matrassen over hebben en soms kan je die gebruiken in de lessen. Als je andere spullen gebruikt die niet van leveranciers zijn, let dan wel op verzekeringen en wat je wel of niet wil gebruiken. Er zijn in ieder geval veel alternatieven die je kunt gebruiken als je als club niet zoveel budget hebt.
  • Pionnen. Deze kan je veelzijdig gebruiken.

  • Hoepels. Hier maak ik ook veel gebruik van. Niet alleen bij de jongere groepen maar ook bij de oudere groepen kan je ze goed gebruiken. En zowel bij kinderen met een hoog turnniveau, als met een beginners niveau.
  • Elastieken. Hier maak ik ook veel gebruik van.
  • Buikdraaistoel. Ik heb spullen gekocht bij een bouwmarkt waarmee ik een buikdraaistoel gemaakt heb. Dit is een stoel die je aan de rekstok kunt hangen. Op die manier kan een sporter zelf de buikdraai uitvoeren zonder dat je er als coach moet bijstaan en mee moet sjouwen met de buikdraai. Op die manier kunnen ze ook veel herhalingen maken op een veilige manier. Ze kunnen snel en laagdrempelig de buikdraai oefenen. Dit kost je misschien 5 € en een uurtje werk om het in elkaar te steken en je hebt iets dat je goed kunt gebruiken. Daardoor kunnen meerdere turnsters aan de slag gaan en jij hebt meer handen vrij als coach. Mocht je niet zo creatief zijn, en een groep met jonge turnsters hebben. Dan is een lintje een goed alternatief als buikdraaistoel!

Dingen die je kunt gebruiken om je lessen te optimaliseren.

Ik neem vaak opvouwbare hoepels mee, aangezien ze weinig hoepels in de zaal hadden waar ik lesgaf. Ik kon de hoepels opvouwen en in mijn tas steken, vervolgens openklappen en ik gebruikte ze bijvoorbeeld om aan te geven hoe ver de turnsters moesten springen met de insprong vanaf de plank. Als coach herken je waarschijnlijk wel dat het voor sommige sporters heel lastig is qua voet- en handplaatsing. Met behulp van de hoepels kan je dat beter aangeven. Leuk voor ieder turnniveau!

Ook kocht ik vaak bij de bouwmarkt voor een paar cent wat isolatiebuisjes. Deze zijn heel goed om bepaalde posities aan te geven of in dit geval de voet- en handplaatsing en de afstanden. Dit werkt heel goed en kost je niet zoveel geld en op die manier kan je je lessen optimaliseren.

Pionnen

Hier zie je ook een fotovoorbeeld van een recreatie-turnles waarbij ik ook een pion had gekocht. We hadden in de zaal wel wat pionnen staan maar in deze pionnen kon je de opvouwbare hoepels ook in de pionnen steken. Op die manier konden turnsters over de bank lopen en door de hoepels heen stappen of over de hoepels heen stappen. Daardoor kon ik wat meer uitdagingen aanbieden. Ik had ook hoedjes meegenomen waarmee ik bepaalde dingen kon afzetten. En ik had wat schuimblokjes staan die ik had meegenomen waar bijvoorbeeld turnsters overheen moesten stappen.

Dus ook als je bijvoorbeeld geen pittenzakjes hebt of ander klein materiaal, dan zie je dat je ook alternatieve materialen kunt gebruiken om je lessen toch wat leuker te maken. Zodat er intensiever gebruik van gemaakt wordt en het wat uitdagender is. Dat zal in ieder geval het plezier en de motivatie van je sporters verhogen. En het zal de lessen voor jou een stuk leuker en uitdagender maken. Het is een verrijking van lessen zonder dat je er veel geld aan kwijt bent.

Voorbeelden van de elastieken

Ik werk zelf heel veel met elastieken om bijvoorbeeld houdingen aan te geven of om met weerstand te werken. Weerstand is natuurlijk een goede manier om wat kracht op te bouwen. Hier zie je een voorbeeld van het zwaaien waarbij een turnster met de rug moet voelen of ze tegen het elastiek aan kwam zodat ze een bolling krijgen van de zwaai. Dat zie je hier ook een beetje ontstaan. Want we willen natuurlijk dat we een mooie bolle achter zwaai zien. Dat was een leuke oefening die ik een keer met turnsters getest heb.

We kunnen bijvoorbeeld ook met weerstand werken. Er worden meer herhalingen uitgevoerd en het is een stuk vermoeiender om die opzwaai te oefenen, met gevolg dat de opzwaai uiteindelijk een stuk hoger wordt. Dit is een leuke manier om dat toe te passen.

Een andere manier is de zwaai met weerstand. Ook op die manier kun je de elastieken gebruiken.

En in het laatste voorbeeld zie je een buikdraaistoel. Dit is een sporter die wat moeite had met de buikdraai en deze niet alleen kon. Als coach help je vaak heel veel met de buikdraai, in dit geval helpt het elastiek haar als een soort buikdraaistoel waarbij ze de oefening toch zelfstandig kan uitvoeren.

Een simpel elastiek kan dus veelzijdig ingezet worden tijdens je lessen, je hebt meer opties en het wordt een stuk uitdagender voor de sporters.

Voorbeelden van de balk

Bij balk kan je bijvoorbeeld gebruik maken van touwen, die heb je wel vaak in de gymzaal liggen. Hier worden ze bijvoorbeeld gebruikt om de hoogte aan te geven.

Je kan ook met blokjes werken op de balk om de hoogte en de afstand aan te geven, maar ook door een uitdaging te geven. In plaats van te zeggen dat ze hoger moet springen wordt ze uitgedaagd om hoger te springen.

Ook touwtjespringen op de balk is een leuke en uitdagende oefening. Dat leidt de sporter wat meer af van de balk en het helpt bijvoorbeeld ook om minder nadruk te leggen op de angsten die ze hebben en meer op het plezier, om ervoor te zorgen dat ze er op een leuke manier mee aan het oefenen zijn.

Op deze manier wordt het een stuk leuker en uitdagender dan lopen of springen op een stilstaande balk. Dit zijn impliciete leermethodes die vaak beter werken dan expliciete methodes.

Welke materialen kun je op een alternatieve manier gebruiken?

Ik had in de zaal een paar trapezoïdes staan die vaak in de weg stonden in de berging. Ze werden weinig gebruikt totdat ik van een cursisten zag die ze gebruikte voor de borstwaartsom in de zaal. Sindsdien ben ik ze ook heel vaak gaan gebruiken. Op die manier is het voor sporters heel makkelijk om de borstwaartsom uit te voeren. Als je de borstwaartsom vaker wil oefenen met de sporters heb je dus niet nog meer rekstokken nodig, maar als je toevallig een trapezoïde hebt staan kan je deze erbij zetten. Hierdoor heb je meteen een extra oefening die je kan toepassen.

De plankoline gebruik je meestal enkel om te springen. Maar ik ben hem ook gaan gebruiken voor een hiptip handstand of een overslag met handen erin. Op die manier kun je hem ook met je handen gebruiken in plaats van met je voeten.

Oud paard

Ik had in de zaal ook een oud paard staan dat ik nooit gebruikte. Het stond altijd in de weg en dat was ik steeds maar aan de kant aan het duwen. Totdat ik dacht “Misschien kan ik het toch eens gebruiken.” In dit geval heb ik het gebruikt voor een overslag en ik heb de hoogte laten helpen als ondersteuning, daarmee kon ik heel mooi de hoogte bepalen. Daardoor kon de turnster ook heel makkelijk een overslag uitvoeren met meer hulp. Op die manier kon ik toch materiaal dat in de weg stond gebruiken in mijn turnlessen.

Kijk dus vooral wat je hebt staan in je berging, welke dingen gebruik je niet? Hoe zou je ze anders kunnen gebruiken?

Overige mogelijkheden

Welke dingen kun je nog meer doen om je turnlessen te optimaliseren? En om uiteindelijk het turnniveau van een turner te verhogen?

Interne impact points

Kijk naar jezelf als coach, wat kun je als coach nog verbeteren om ervoor te zorgen dat je dingen optimaliseert. Zodat jij nog meer kan halen uit de huidige turnlessen die op dat moment geeft?

Enkele tips:

  • Probeer korter uitleg te geven. Dat zorgt er vaak voor dat turnsters meer gefocust zijn en veel beter luisteren. Daarnaast levert het jou uiteindelijk ook tijdswinst op. Zodat je nog meer kunt trainen in de uren die je tot je beschikking hebt. Soms hebben we als coach de neiging om een lange uitleg te geven. Waardoor de  sporters maar de helft mee krijgen. Dat is gewoon zonde van je tijd.
  • Probeer vaker te verifiëren. Controleer of de turnsters snappen wat je bedoelt. Als ze snappen wat je bedoelt is de kans groter dat de oefeningen correct uitgevoerd worden. Op die manier haal je meer uit je lessen en daarmee kan je het turnniveau veel beter beïnvloeden.

Plannen en observeren

  • Probeer vaker te observeren. Vaak zijn we heel fanatiek als trainer, we rennen en vliegen door de zaal heen en we vergeten soms wat er nog beter kan. Of wat we anders moeten doen. Juist door een stapje terug te doen, iets meer te observeren en te kijken waar hulp nodig is,  en wat je kunt verbeteren,  zorgt er vaak voor dat je goed kunt optimaliseren.
  • Bereid nog beter voor. Als je al langer en frequent les geeft,  heb je al veel ervaring en misschien niet altijd zin om een lesvoorbereiding te maken. Ook al heb je veel ervaring, als je je goed voorbereid heeft dit enorm veel impact op het succes van je lessen die je geeft. Denk aan een lesvoorbereiding, jaarplanningen of periodisering. Een aan de keuze van de organisatievormen die je hebt.

Hoe meer en hoe beter ik me voorbereid, hoe meer er uit de lessen komt. Voor veel trainers werkt dit vaak heel goed. Dat is ook iets waarvoor je je zelf moet aanwennen. Als je het vaak doet merk je ook dat er meer uithaalt. En dan ga je het automatisch veelvuldiger doen. Het is dus zeker een aanrader om goed te kijken naar de voorbereidingen van al je lessen en planningen!

Externe impact points

De dingen die je van buitenaf nog kunt verbeteren.

  • Probeer sneller op- en af te bouwen. Zeker als ik kijk naar de vele cursisten die ik coach die met een opleiding bezig zijn: op- en afbouwen is voor veel coaches heel lastig om te doen. Ze moeten turnsters veel aansturen, dit duurt vaak heel lang. Dus daar is enorm veel tijdswinst te behalen en het voorkomt veel frustratie.
  • Probeer te kijken of er nog lesuren beschikbaar zijn. Kan je nog ergens uitbreiden? Met name als je andere dingen hebt geoptimaliseerd kan je kijken wat je er nog meer kan bij nemen aan lesuren of eventueel buiten de zaal. Je kan ook buiten sporten of in een zaal die je bijvoorbeeld kan huren. Daar zijn allerlei manieren voor. Tegenwoordig zijn er ook via Zoom trainingen of thuistrainingen. Beter Turnen wisselt  bijvoorbeeld maandelijks een online training met een live training af.
  • Welke materialen mis je nog? Het is voor jezelf als coach goed om te weten welke materialen je nog zou willen zodat je ook weet hoe je daarvoor kan sparen, eventueel samen met je club en welke materialen je kunt gebruiken. Je kan bijvoorbeeld ook bepaalde dingen bij de bouwmarkt kopen en het zelf realiseren.

Extra aanbod

  • Kijk naast je trainingen welke momenten je nog meer kunt aanbieden. Bijvoorbeeld extra trainingen, opdrachten meegeven. Ik heb bijvoorbeeld eens huiswerk meegegeven aan turnsters. Dat was niet verplicht, maar ze kregen wel een beloning als ze het hadden gedaan. Dat is toch een positieve manier om ervoor te zorgen dat ze het leuk vinden om meer te sporten. En er ook voor beloond worden.
  • Ook uitjes zijn een leuke afwisseling. Denk aan kampen of andere leuke sportieve uitjes die kunnen bijdragen aan het turnniveau van de sporters of aan de binding van de sporters en jou. Binding zorgt er ook vaak voor dat het uiteindelijke resultaat samen ook beter behaald wordt.

Plezier verhogen

Dit is één van de belangrijke punten om ervoor te zorgen dat het turnniveau van je lesgroep omhooggaat. Dit is een belangrijk punt om goed te checken of je dat kan verbeteren als coach. Daarbij is het goed om eentonige lessen te voorkomen. Het klinkt heel logisch, maar als we al lang lesgeven hebben we de neiging om dingen uit ons hoofd te doen. Als we dingen uit ons hoofd doen komt er meer herhaling in de lessen. En als er iets is dat de motivatie en het plezier van de sporters omlaag brengt is het eentonigheid. Hoe vaker ze hetzelfde moeten doen, hoe minder leuk sporters het vinden en hoe meer afhakers plaatsvinden. Hierdoor zal het turnniveau binnen de groep gaan stagneren.

Daarbij zeg ik niet dat herhalen niet goed is, maar differentieel trainen is vaak beter. Dus meer variatie tussen de oefeningen zorgt er meestal voor dat ze het leuker vinden. En uiteindelijk ook beter in staat zijn om dingen toe te passen en daarmee ook beter kunnen scoren op wedstrijden. Dus herhaling is goed maar differentieel trainen is vaak nog effectiever daarbij.

Maak gebruik van challenges. Deze zorgen voor motivatie bij de turnsters en ze maken je lessen een stuk uitdagender. Dit kunnen challenges zijn die je thuis kan doen, maar ook binnen de club zelf bij de trainingen die je geeft. Challenges kunnen zeker bijdragen aan het verhogen van het turnniveau binnen de lesgroepen.

Sporters erbij betrekken

Betrek de turnsters bij je planningen. Door hen te betrekken ontstaat er meer eigenaarschap en als het eigenaarschap meer bij de sporter zelf ligt zorgt dat ervoor dat ze er meer achterstaan. Er is vaak meer motivatie en ook meer plezier omdat ze inspraak hebben gehad over de dingen die ze mochten kiezen. Als ik mijn planning ging maken betrok ik vaak de oudere turnsters erbij. En ging ik ze vragen wat ze van mijn planning vonden en welke dingen eventueel aangepast moesten worden. Op die manier hebben ze ook meer commitment aan de planningen die je wil uitvoeren.

Laat je turnsters ook doelen stellen. Daardoor ontstaat er meer eigenaarschap bij de sporter in plaats van dat jij als coach per se doelen daarvoor stelt. Dus het kan beide, hoewel het vaak beter werkt als de sporter zelf doelen stelt.

Te weinig budget?

Dit is iets dat vaak voorkomt bij clubs. Als je echt dingen voor elkaar wil krijgen als coach moet je zelf initiatief nemen. Zo heb ik bijvoorbeeld bij een club weleens een eigen kamp opgezet samen met de vrijwilligers van de club. Ik heb inzamelacties gedaan, op die manier heb je best wel veel invloed als coach. Ik zie ook wel andere coaches initiatieven nemen voor de club. Dat hoeft dus niet altijd een bestuurslid te zijn die voor de inkomsten zorgt. Maar juist als coach heb je daar heel veel invloed op. Dat zie je bijvoorbeeld ook bij de hogere lesgroepen of bij topsport groepen die soms een hele financiering zelf moeten regelen. Daar zijn sommige coaches heel goed in, die krijgen ook veel voor elkaar.

Als coach kun je hiervoor geld-inzamelacties voor uitvoeren. Er zijn superveel acties die je kan doen. Tegenwoordig kun je ook heel veel dingen online doen in plaats van fysieke geld-inzamelacties. De meeste coaches hebben geen zin om langs de deur te gaan. Maar er zijn zoveel meer opties die je kan doen, ook op afstand en online.

Programma’s

Beter Turnen heeft hier een cursus voor, voor bestuursleden en coaches. Mocht je geïnteresseerd zijn, dan kun je deze hier bekijken!

In de cursus staan eindeloos veel methodes die je kunt gebruiken om redelijk eenvoudig en snel geld voor je club in te zamelen.

Ook sponsorprogramma’s behoren tot een relatief eenvoudige manier om meer inkomsten te genereren. Denk bijvoorbeeld aan Sponsor Kliks . Ook Beter turnen heeft haar eigen sponsorprogramma. Als partner van Beter Turnen krijg je een flinke commissie van Beter Turnen. Je kunt je als club aansluiten, maar ook als trainer en op die manier extra inkomsten binnenhalen.

Extra tips

Denk vooral in mogelijkheden en niet in beperkingen. Soms hebben we als coach de neiging om een beetje negatief te zijn en kijken we naar de beperkingen. “Dit kan niet” of “Dit lukt niet” of “Als dit er niet was, was dit gebeurd”. Kijk vooral naar wat er mogelijk is en hoe jij als coach het kan realiseren. Of waar je wat invloed kan uitoefenen om het voor elkaar te krijgen in plaats van naar de beperkingen die er zijn.

Werk veel met klein materiaal. Het is vaak makkelijk en het kost weinig geld, dus je kan het vaak heel makkelijk realiseren. Turnsters vinden het vaak geweldig om te doen en het maakt je les een stuk leuker. Dus zeker doen! Een eenvoudige manier om je turnniveau op peil te krijgen.

Denk niet in toestellen maar in oefenvormen. Als je je rekstok wil oefenen en je hebt een gedachte van “Ik heb meer rekstokken nodig”, dat hoeft niet per se. Als je naar andere oefenvormen kijkt waarvoor je geen extra rekstokken nodig hebt kan je alsnog de rekstok oefenen. Dat zijn dus andere oefenvormen die je kan toepassen. Op ons platform staan hiervan ook heel veel voorbeelden. Nog meer  video’s van ons kun je on ons YouTube kanaal vinden. Oefenvormen zijn heel makkelijk om je toestel uit te breiden zonder extra toestellen nodig te hebben.

Tot slot

Ik hoop dat je hiermee wat tips en ideeën hebt om aan de slag te kunnen gaan met je lessen! Mocht je meer informatie willen hebben we gratis downloads op onze website .We hebben ook een trainers platform voor coaches waarbij er allemaal tools zijn om de lessen makkelijker te maken en sneller voor te bereiden. Dit helpt je om het turnniveau van je club te verhogen.

Als je hiermee aan de slag wil gaan is het zeker een aanrader om te kijken naar de online bijscholing die we hebben. Waarbij je leert om op een differentiële manier training te geven in plaats van de oude traditionele manier die alleen maar over het herhalen gaat. Maar vooral ook hoe je meer methodiek kan toepassen en meer kan overstappen naar impliciete leermethodes. Daarmee ga je zeker meer resultaat behalen met je eigen turntrainingen en turnsters. Waardoor het turnniveau in snel tempo verhoogt kan worden.

Veel succes met je turntrainingen en het verhogen van het turnniveau!